5. Achtergronden.
Van de mensen hier is bijna iedereen kommunist. Ik zal nooit denken zoals zij en zij moeten mij als een vreemde vogel in deze bijt beschouwen. Een Einzelgänger noemde de duitse prokureur-generaal mij, zonder daar hoofdschuddend bij te glimlachen. Dat zou ik prettiger gevonden hebben. Als er geapplaudisseerd wordt, pleegt hij van de kleine afstand die zijn plaats van de mijne scheidt ernstig naar mij te kijken: klap ik mee, of niet. Soms moet hij zijn hoofd helemaal opzij brengen omdat er een Genosse in de weg zit.
Allemaal kommunisten de dato 1969, maar wie zijn hier de Goedharten, de De Kadten, waar zitten de Lou de Jong en de Karel van het Reve van over vijftien jaar? Zij zitten er ook tus-