Eén ding mag de nazi Strauss worden toegegeven, een oorlogsmisdadiger moet voor de misdaden die hij pleegde berecht worden, wie hij ook moge zijn. Maar dat is niet wat Strauss bedoelde. Wat Strauss te kennen gaf, is de ontkenning dat de oorlog van Hitler van een speciale orde was, namelijk van een misdadige aard. Het feit is er dat veel duitsers deze oorlog zozeer hebben gevoerd in de mentaliteit van Hitler en diens wehrgeistige officieren, dat hun oorlogsmisdaden dubbelgebeid en -gebakken waren.
Iedereen had gezien dat de opperofficieren, die al onder Hitler gediend hadden, gemoord, kun je beter zeggen, weer opnieuw als generaal paradeerden, behangen met al de onderscheidingen die zij verdiend hadden door het overvallen, onderdrukken en doden van de vaders, moeders, broers en zusters van ons die hier in Moskou bij elkaar waren.
Het lid van de delegatie van de Bondsrepubliek, Karl Sauer, vertelde dat de uit Nederland vrijgelaten duitse oorlogsmisdadigers met muziek en bloemen binnengehaald werden in de Bondsrepubliek. Eén van die vrijgelaten misdadigers heeft op de vraag of hij zich nou weer gelukkig voelde geantwoord: ‘Zodra ik de duitse grond weer onder mijn voeten voelde, wist ik dat mij niets meer gebeuren kon.’
Dat is niet helemaal waar, hem kon nog wel wat gebeuren, de man was te bescheiden. Hij zou generaal of minister kunnen worden.
De rede van deze elegante en vrolijke vrouw was daarom schokkend, omdat zij best wist dat wij wisten dat West-Duitsland nog een keer over de Oder-Neisse-lijn terug wil komen en dat zij daar toch zonder blikken en blozen hups ging staan babbelen. Dat moest toch iets bizonders betekenen. Wat? Heinz Kissinger zou het zeker geweten hebben, maar hij was er niet om het hem te vragen.
De delegatie van de ddr is ekstra zwaar. Minister van Justitie Kurt Wünsche is aanwezig, prokureur-generaal Josef