Ruize-rijmen(1922)– Charivarius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 3. Bosch-rijm. Ik lig in 't bosch, Op 't zachte mos, In 't bosch van sparregeuren; De zonne daalt al, goud en ros, Ik voel me nu zoo vrij, zoo los, Van 't elkendaagsch gebeuren. 't Is mij zoo blij, 'k Ben nu zoo vrij Van kranten-fouten-schrijvers, Van heel de drukke maatschappij, Van heel de schetterende rij Van schreeuwers en van drijvers. Mijn vinnigheid Die ben ik kwijt In 't blijde bosch hier buiten; Ik zie den hemel, hoog en wijd, Ik voel het mulle mostapijt, Ik hoor de vogels fluiten. Ik weet het wel: De zon kan fel En brandend zijn, en steken, De kleuren zijn soms hard en hel, Veel vogels zingen schril en schel, De bloem zelfs heeft gebreken. En voor 't gezicht Zijn scheef gericht Veel stammen, die daar groeien, En - 't hoort wel niet in een gedicht - Maar 't weet, dat er iets leelijks ligt Ook bij de mooiste koeien! [pagina 255] [p. 255] Maar wie het ziet - Ik zie het niet! 'k Lig veel te zoet te droomen; Critiek ligt buiten dit gebied, Ik luister nu naar 't vooglenlied, En naar 't geruisch der boomen...... Vorige Volgende