Ruize-rijmen(1922)– Charivarius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 54. O! o! o! Stemmings-Rijm. Het is griezlig weer. Hu. De regen pletst neer. En de wind schudt de deur en de ruiten. Je kamer is guur. Zonder licht. Zonder vuur. 't Is net zoo naar binnen als buiten. Een warm kopje thee? Kun je denken. O nee. Daar gaat, snap je, veel te veel gas aan. Je zit kil en krom. Met een reisdeken om. Een voetenzak. Handschoenen. Jas aan, [pagina 104] [p. 104] Je vrienden gaan zien? Voor een praatje misschien? Gezelligheid? Onzin. Illusie. 't Prodit en prodat Ben je gauw genoeg zat. En het eindigt gewoonlijk met ruzie. Landziekig en wee, Slof je naar je café. Voor de krant. Om een hapje te eten. 'n Partijtje biljart - Wat dan ook. Om je smart En je narigheid wat te vergeten. Maar het licht is te mat. Ja. En lees je nog wat, Dan is 't van de Krieg und kein Ende. Je weet het al wel. 't Is alles de hel. En bloed. En bedrog. En ellende. En het bruinbrood is grauw. En het wittebrood blauw. En oudbakken, al heet het ook ‘net versch.’ En het bier smaakt als inkt. En de whisky, die stinkt. De visch is goed voor de briketpers. Je gaat maar weer heen. Door het donker alleen. Trapt in alles. En botst, op de hoeken. Je stoot er een blauw. Jij hem. En hij jou. Razen. Tieren. En schelden. En vloeken. Zoo zit je weer thuis. Krats. Daar hoor je een muis. Een muizeval? Rattekruid? Baat niet. Hier faalt zelfs de kat. Want je huis is te nat. En ze deeglijk te luksburgen gaat niet, [pagina 105] [p. 105] D'r zit niets meer op, Dan met mokkenden kop Den dag met den nacht te verruilen. Het land als de pest. Ruk maar op. Naar je nest. Diep onder de dekens. En huilen. Vorige Volgende