Is dat goed Nederlands?
(1998)– Charivarius– Auteursrechtelijk beschermdXII. Gemeenzame en vormelijke taalOns volk heeft twee talen die men, niet geheel juist maar duidelijk genoeg, de schrijftaal en de spreektaal noemt. Het verschil is aanmerkelijk; veel groter dan in enige mij bekende vreemde taal; de Fransen en de Engelsen bv. spreken in de omgang ongeveer zoals zij schrijven; de Nederlanders geenszins. Wij moeten dat verschil erkennen; het bemoeilijkt het schrijven zeer, doordat de steller weinig steun heeft aan de spreektaal. Ik bedoel hier de spreektaal der beschaafden, der ontwikkelden, niet platte taal. Er zijn tal van woorden die geregeld in geschrifte gebruikt worden en nooit in de spreektaal. Het kenmerkende voorbeeld is echter, dat ook in het eenvoudigste opstel kan voorkomen, maar nooit gezegd wordt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Verschil van vorm vindt men in gaarne (graag), mede (mee), weder (weer), gelukken (lukken), gemakkelijk (makkelijk), behoeven (hoeven), enz. Het is nu zaak dit verschil te erkennen en in het oog te houden bij het schrijven. Bij het spreken vermijdt de Nederlander vanzelf de woorden van de lijst ‘Vormelijke taal’. Hij bemerkt dat hij anders gemaakt en, zoals het duidelijk heet, ‘boekerig’ zou spreken, omdat hij die termen niet geleerd heeft van zijn moeder maar van zijn meester. Maar bij het schrijven wordt het onderscheid niet steeds geëerbiedigd. Et bestaat thans een neiging in geschrifte de termen van de lijst ‘Gemeenzame taal’ te gebruiken, zelfs in de gewichtigste vertogen. Dit maakt de stijl kinderachtig, onbeholpen of gekunsteld eenvoudig. En aangezien men in zulke vertogen de woorden van de lijst ‘Vormelijke taal’ niet kan missen, vermengt men inconsequent de twee stijlvormen; het gevolg is dat de stijl belachelijk wordt, bv.: De voorsteller schijnt er geen erg in gehad te hebben, dat de kern van dit artikel eveneens voorkomt in de aanhef van het in | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
uitnemende bewoordingen vervatte artikel 6, zodat het net zo goed helemaal geschrapt kan worden. Draag geen pantoffels bij een rok. De afstand van gemeenzaamheid tot gemeenheid is niet groot: onbeschaafde schrijvers, aangemoedigd door het hierboven gegispte misbruik, doen de stap van 't een naar 't ander en vervallen tot platte taal: De arbeiders waren er beroerd aan toe. De toestanden zijn bedonderd genoeg. Het leven in de mijn was ook zoo lollig niet. Wat dat blad schrijft is kolder. Toen begonnen zij hem op alle manier te pesten. Het is maar belabberd met de taal gesteld.Ga naar voetnoot*) Wie zulke dingen, behalve in citaten, laat drukken verspeelt zijn aanspraak op de naam van heer. |
|