Is dat goed Nederlands?
(1998)– Charivarius– Auteursrechtelijk beschermdX. Woordschikking1. Plaats in de regel het hulpwerkwoord voor het werkwoord. Schrijf dus niet: Het is nodig dat dit toegestaan wordt, maar: Het is nodig dat dit wordt toegestaan. In geval van twijfel beslisse uw klank- en maatgevoel. 2. Onjuist is zitten blijven, zwemmen leren, enz. voor blijven zitten, leren zwemmen, enz.Ga naar voetnoot*) Het eerste heeft geleid tot het verschrikkelijke woord zittenblijvers, voor niet-geslaagden. 3. Minder goed is daartegenover staat, daarbij komt, enz. Zeg: daar staat tegenover, daar komt bij, enz. 4. De verkeerde woordschikking na en en helaas (leider) is waarschijnlijk van Duitse oorsprong. En. ‘Heden bereikte ons Uw geëerd schrijven en | |
[pagina 49]
| |
zullen wij (en wij zullen) U morgen het verlangde bedrag overmaken.’ Ik heb deze fout lang geleden naar mijne toen reeds hoogbejaarde tante Betje genoemd, omdat die wonderlijke wending al hare brieven sierde. ‘Het weder houdt zich goed en genieten wij veel van onzen beelderigen tuin ook zuster Keetje zit er vaak met haar breiwerk en knapt zij zienderoogen op.’ Maar het is bekend dat nog thans verscheidene jonge tantes, tal van journalisten en zelfs uiterst voortvarende handelslieden haar voorbeeld eerbiedig volgen. Het was een zeer geslaagde avond en brengen wij hierbij dank aan allen die hiertoe hebben meegewerkt. De sterksten waren in de finale geplaatst en beloofde de strijd belangwekkend te worden. Zijn stem kan nog meer egaliteit verdragen en dienen sommige vocalen nog meer verzorgd te worden. Deze kaart is voor twee personen en worden u daarop ten hoogste twee plaatsen verstrekt. Hij is getrouwd met onze keukenmeid en kookt nu mijn vrouw zelf. Helaas. ‘Helaas is hij (helaas, hij is, of: hij is, helaas) gestorven voordat zijn werk voltooid was.’ Helaas is geen bijwoord zoals leider, maar een uitroep, een tussenwerpsel, los van de rest en kan dus de woordschikking niet wijzigen. Hetzelfde geldt voor goddank. Schrijf dus niet: Goddank is het nog goed afgelopen, maar: Het is, goddank, nog goed afgelopen, of: Goddank, het is nog goed afgelopen. 5. Niet. Dit woord wordt soms verkeerdelijk geplaatst achter het woord dat het bepaalt: 't Is hier een nette zaak: we laten iedereen niet toe. 6. Ook. Dit behoort te staan voor het bepaalde woord. De burgemeester heeft ook de tentoonstelling bezocht. Dit is juist als bedoeld wordt: hij heeft nog meer be- | |
[pagina 50]
| |
zienswaardigheden bezocht; onjuist als bedoeld wordt: anderen zijn er eveneens geweest.
7. Slordig is de scheiding van voorvoegsel en hoofdwoord van verleden deelwoorden: Iemand die heen is gegaan, een examen dat af is gelegd, iets dat er bij is gevoegd (is heengegaan, is afgelegd, er is bijgevoegd). 8. Bijna, overal. Deze woorden mogen niet gescheiden worden van de woorden waarbij zij behoren. Onjuist is dus: Bijna was ik te laat gekomen. Men hoorde overal vreemde geluiden in het huis (bijna te laat, overal in het huis). 9. Trachten. Ook dit woord staat veelal verkeerd: Wij zagen een vliegtuig dat aan het afweergeschut trachtte te ontkomen. Zeg: - dat trachtte aan het afweergeschut te ontkomen. |
|