‘Ga zitten juffrouw,’ en hij drong haar vriendelijk in een grooten stoel. ‘Wel, wel en komt u weer eens bij Meta? Dat is lief.’
‘Zegt u toch Carla meneer,’ zei het meisje verlegen.
't Was toch te gek dat de vader van haar beste vriendin haar niet bij haar naam noemde. ‘Juffrouw’ dat zei eigenlijk nog niemand.
‘Wel, als ik mag, heel graag,’ antwoordde hij, terwijl hij dicht bij haar ging staan en zich over haar stoel heen boog. ‘Weet je wel dat 't een heele eer is om tegen zoo'n mooi meisje Carla te mogen zeggen?’
Het kind kreeg een kleur en hoewel niet beschroomd wist ze toch niet wat ze zeggen moest. Ze keek op, toevallig juist in den spiegel tegenover haar, en zag haar eigen, blozend gezichtje en de bewonderende blik van zijn stekende oogen. Hij lachte.
‘Ja, ja, kijk maar gerust, mooier snoetje zal je nooit zien.’
Meteen kneep hij haar zacht in de wangen en streelde heel haar gezicht met zijn lange, witte handen. Hij had kilkoude, vochtige vingers en Carla voelde een rilling langs haar rug gaan. Zij was op 't punt boos te worden, toen ze bedacht dat 't niet erg was, zoo'n ouwe man en de vader van je vriendin. Maar toch trok ze zich terug.
‘Weet u niet of Meta thuis is?’
‘Ik geloof 't wel,’ nog even streek zijn hand langs de glinsterende krullen, toen bedwong hij zich.
‘Willen we haar samen gaan zoeken, Carla lief?’
‘O ja, graag.’ Meteen sprong ze van haar stoel en ging naar de deur, maar deze werd geopend en Meta verscheen, gevolgd door een dame.
‘Ben je hier Carla? De meid zei dat je in de gang was.’
‘'t Was niet beleefd om je vriendin op de mat te laten staan,’ zei meneer de Bie bedaard, ‘daarom verzocht ik haar zoolang binnen te komen.’
‘Ja natuurlijk, die domme Jans ook. Waarom ging je niet ineens naar boven?’
‘'t Doet er heusch niet toe,’ lachte Carla. Zij voelde zich gestreeld dat er zooveel verontschuldigingen gemaakt werden omdat de meid haar niet beleefd had behandeld.
‘Kom, ga je mee?’ Meta nam haar onder den arm en de meisjes verlieten de kamer.