terug om er op neer te zien. Het kookte en schuimde geweldig, kleine waterstraaltjes uitschietende tot bijna boven aan de rand van de opening. Met-eens scheen het door een geweldige kramp aangegrepen te worden en steeg met ongelofelijke snelheid, zodat men nauwelijks tijd had om te vluchten. Met schrikwekkende kracht sprong het uit de opening op, een water-pilaar zestig voet hoog vormende en de omvang hebbende van de hele krater-opening. Dóór deze ontzaglijke watermassa en uit de top daarvan schoten zes kleinere, ronde stralen, van zes tot vijftien duim dik; zy spoten opwaarts tot de wonderbaarlijke hoogte van twee honderd en vijftig voet. Deze kleinere stralen zijn ongetwijfeld afkomstig van kleinere pijpen die uitmonden nabij de bodem van de grote opening, waar de uitwerpende kracht het grootste is. Deze grootsche uitbarsting duurde twintig minuten lang; nog nooit hadden de toeschouwers zo iets indrukwekkends gezien. Zij stonden aan de zonkant van de geijser, en het zonlicht tekende talloze regenboogjes in de schitterende pilaar van water en damp, regenboogjes die telkens verschenen en verdwenen, in onophoudelijke verandering, schietende her- en derwaarts. De opwaarts schietende waterstralen vielen neer als een regen van diamanten; en elke schaduw, door de damp-wolken op de water-pilaar geworpen, was omzoomd met heldere regenboog-kleuren... Gedurende 24 uren zagen de reizigers twee zulke uitbarstingen.
In Nieuw-Zeeland maken de inboorlingen gebruik van de warme fonteinen voor huishoudelijke doeleinden. De reiziger Martin zegt van zekere streek:
Iedere hut heeft zijn pot water, door de natuur gekookt, en op zodanige plaats in de hut als het meest geschikt bevonden wordt.
Mandjes met aardappelen, visch, vleesch enz. worden in deze putjes gehangen om gaar te worden. Op de warmste plekken van de grond worden grote platte klippen gelegd, die eerst met gras bedekt worden, waarop dan brood gebakken wordt. Op andere klippen, die minder warm zijn, spreidt