een stukje speelgoed op wielen, of een rijtuig, omdat gene het heeft, en maakt zelfs schuld om hierin niet achter te zijn. Deze verbeeldt zich, dat hij met 500 pond per jaar niet gelukkig kan leven, omdat gene 2000 pond per jaar kan uitgeven. Men zal zeggen, dat wij hier op het gebied komen van afgunst en begeerlijkheid. Maar, wel beschouwd, heeft de zucht tot navolging zijn grond hoofdzakelijk in een begeerte om zelf ook datgene te verkrijgen wat wij bij anderen zien.
Het voorbeeld werkt even sterk ten goede als ten kwade. Hoe groot belang hebben wij er dus bij, ons in gemeenschap te stellen met de edelste geesten van onze tijd en van het verleden door persoonlijke omgang, en door lezen. Bestendige omgang met God, een recht gebruik van de Bijbel, omgang met edele en fatsoenlijke tijdgenoten en een naarstig onderzoek der voortbrengselen van ernstige denkers uit alle tijden - ziedaar de middelen om ons de gewoonte eigen te maken van gezond en edel denken, om ons een tegenwicht te verschaffen tegen kwade invloeden; ziedaar de weg tot reinmenschelijk leven.
Hebben wij de macht en tyrannie van het voorbeeld op onszelven gevoeld, laten wij dit dan in het oog houden bij ons optreden tegenover anderen. Het is onze heilige plicht, een altijddurende strijd wakker te houden tegen alle bewegingen of bedenkingen die op zelfzucht gegrond zijn en de rechten van anderen veronachtzamen. Deze strijd strijden wij nog op de beste manier door, ieder voor zichzelf, in woord en daad, aanmoediging te geven aan gewoonten die menschenliefde en rechtvaardigheid kweken. Onze eerste zorg moet niet zijn, dat de menschen ons als staatsman of schrijver of iets anders kunnen gebruiken, maar dat God ons als mensch kan gebruiken. Ieder onzer wordt nagekeken, al is het maar door één paar ogen. O, dat wij meer doordrongen waren van het besef der ontzaglijke verantwoordelijkheid die op elk onzer rust!
Met de beste wil van de wereld is het ons onmogelijk, voor