Mohammed.
Mohammed was de stichter van de godsdienst der Slamschen. Hij werd in het jaar 571 te Mekka in Arabië geboren Zijn oom bracht hem groot, daar hij reeds jong wees was.
De godsdienst van de Arabieren bestond toen voor een groot deel in de verering van een steen, Kaäba genoemd, waarvan beweerd werd, dat de Engel Gabriël hem aan Ismaël (de stamvader der Arabieren) geschonken had. En deze steen werd bewaard in een tempel die ook de naam Kaäba had.
De verering bestond in het kussen van deze steen, in het rondwandelen, tot zevenmaal toe, om de Kaäba heen. Mohammed zag dit alles, maar hij vond deze godsdienst lang niet bevredigend, en besloot als hervormer op te treden.
Hij trok zich in de eenzaamheid terug en vertelde eindelijk, dat de Engel Gabriël hem bezocht had en hem opgedragen had een nieuwe leer te verkondigen. En het beginsel van die leer was: ‘Er is maar één God en Mohammed is zijn profeet’. Hij vertelde, dat de Engel Gabriël hem een grauwe schimmel had gegeven, waarmee hij met bliksemsnelheid door de lucht was gegaan naar de berg Sinaï, Bethlehem en Jeruzalem. Vóór de tempel te Jeruzalem bleef de schimmel staan, terwijl hij daarbinnen bad, met Abraham, Mozes en Jezus. Langs een ladder van goud en edelgesteenten leidde Gabriël hem toen naar de zeven hemelen. Alles blonk daar van goud en zilver en edelgesteenten. Hij zag de Engel Asrafel in de zevende hemel. De Engel was zo groot als de ruimte van de morgen tot de avond; hij had een millioen hoofden; ieder hoofd had een millioen monden, en elke mond een millioen tongen om God te loven. Door aartsvaders en profeten overal verwelkomd, kwam hij eindelijk in de tegenwoordigheid van God, die hem zijn wil bekend maakte.
Deze wonderlijke storie vond in het begin weinig geloof en veel tegenstand. Mohammed moest zelfs voor zijn leven vluchten. Hij vluchtte naar de stad Jathreb, waar de bevolking