Ons leesboek(1905)–Jan F.E. Celliers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] De Moedertaal. Bij d' avondlamp, na 't avondbrood, Zat ik geknield aan Uwe schoot, Mijn Moeder; De oogjes door de slaap getemd, De handjes in Uw hand geklemd, Mijn Moeder! En 't klein gebedje toen gehoord, U nagestameld woord voor woord, Mijn Moeder; Ik hoor 't nog uit Uw lieve mond, De jaren door, tot deze stond, Mijn Moeder! Zóó door Uw mond en aan Uw hand Vond ik de weg naar 't Vaderland, Mijn Moeder; In vrome wijding zoo bewaard Blijft mij de taal van huis en haard, Mijn Moeder! Eer keert het water tot zijn bron, Eer faalt het licht der middagzon, Mijn Moeder; Dan dat mij één die schat ontrooft, Of uit mijn ziel die klanken dooft, Mijn Moeder! Vorige Volgende