Liederen van droom en daad(1918)–August van Cauwelaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Over de' angst.... Voor Mw. E. Laenen-Claes. Over de' angst van brekende oogen, Over klagelijk gekerm, Zie 'k uw witte huif gebogen Hangen lijk een vreed'gen scherm. Om zijn hals uw arm gewonden, Naar zijn mond uw troostend woord, Veil'ger voelt zich de gewonde, Die de dood al pijpen hoort. Langzaam gaat in 't donker deizen 't Grijnzend beeld dat de onrust sart; Milder komt weer hoop berijzen 't Moede en krachtgebroken hart. Doover snijdt door merg en midden 't Scherpe schrijnen van zijn wond; Van uw lippen gaat weer bidden Leeren leedverstarde mond. Dankbaar komen tranen trillen Door zijn blik, die glazig glanst; Stiller klinkt het schrille gillen Van de nijd'ge dood die danst. [pagina 93] [p. 93] Zachter zal haar hand hem raken, Waar gij 't hart ter reis bereidt; Blijde zal zijn blik ontwaken In een lichter eeuwigheid. Vorige Volgende