De pelgrimagie van het kindeken Jesus

[p. 153]

Tweede deel van de Pelgrimagie van Jesus Christus, ofte inwendige minnelycke conversatie met Jesus,
In syne geduerige lastige Voyagien, Travalien, Ongemacken, Predicatien, wondere Wercken ende Vervolgingen.

[p. 155]

Aen den seer eerweerdigen P. Cyrillus van Thienen Van de Orden der Minder-broeders Recollecten, van het Graefschap van Vlaenderen, Minister Provinciael.

SEER EERW. VADER,

DEn Heyligen Geest getuyght door den mondt van den Wysen-man (Prov. 3.) dat de aenspraecke van de ongeschapen wysheyt Godts, is met de eenvoudige. Met dese was onsen H. Vader Franciscus alleen gemeynsaem, hebbende in hunne conversatie een wonderlyck vermaeck, welcke hy noemde Jesus Chevaliers van de ronde Tafel. Hy hadde selve tot Biecht-vader verkoren Broeder Leo, in wiens eenvoudigheyt hy sulck een genoegte schiep, dat hy hem met een heylige jockinge noemde Pecore di Dios, dat is, het Schaep Godts. 't Is den dienste van dese eenvoudige Zielen, dat ick dit Boecxken naer den eenvoudigen stiel van onsen Seraphinschen Leeraer S. Bonaventura, hebben eenvoudelyck geschreven; mits sy alleenelijck smaecken het gene over-een-komt met hunnen geest, die eenvoudigh is. Hoe profytigh dat dese maniere van mediteren ende handelen met Jesus is, kan men mercken uyt het eerste Deel van de Pelgrimagie van Jesus, dat soo aengetrocken wordt, dat den Drucker het selve op sijnen kost voor den derden keer druckende, nauwelyck voldoen en

[p. 156]

kan aen alle die het selve begeeren. Dit heeft my een spoor-slagh gegeven, om het Tweede Deel tot den Druck te spoedigen, te meer om dat den Drucker hier toe van selfs uyterlijck genegen was, verhopende dat de Godtvruchtige Zielen aen het eerste Deel verleckert zynde, het tweede niet min en zullen begeeren. Soeckende dan iemant tot bescherminge van dit Boecxken tegen de vernufte geesten van de werelt, die bespotten alle eenvoudigheyt, gelijck den H. Gregorius seght: Deridetur justi simplicitas; ende geen vermaeck en hebben dan in subtile concepten, bevallighe slagen, ende curieuse discoursen; soo is U.E. den eersten die sigh presenteerde aen myn gepeys: hebbe oversulcks de vryheyt genomen van desen mynen kleyne arbeyt, en vrucht van myne eenigheyt, U.E. op te dragen, biddende goet te vinden, dat het onder het licht ende authoriteyt van uwen Naem magh voorschyn komen, ende door den selven bevryt wesen van de gene, die de eenvoudigheydt bestryden. Dit verhopende sal den Almoghenden Godt bidden dat hy U.E. gelieve te verstercende licht te verleenen, om desen swaeren last te konnen draghen, ende hem te quyten tot de glorie Godts, ende saligheyt der zielen, voor welcke Christus is gestorven. Gegeven in ons Convent van Brugge den 26. Mey 1674.

Seer Eerw. Vader,

U.E. minsten ondersaet,

F.F.C.R.