Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar
(1996)–Jacob Cats– Auteursrechtelijk beschermd3 De annotatiesMaar zelden komt een historische tekst volledig tot leven zonder achtergrondinformatie; dikwijls blijkt die zelfs onontbeerlijk. Vandaar dat, zoals gebruikelijk bij een studie-uitgave, de nadruk is komen te liggen op de annotatie en de commentaar. De annotaties zijn als volgt opgebouwd: na een vertaling van het ‘hoofdmotto’ volgt een beschrijving van de embleemprent, waarin nog niet wordt ingegaan op de (mogelijke) betekenis van bepaalde onderdelen. In de beschrijvingen zijn niet alle beeldelementen in extenso opgesomd. Het zou te ver voeren om de voorbijvliegende vogels, het gras tussen de straatstenen en allerlei details in de landschappen op te merken. Vanzelfsprekend zijn wel de onderdelen die een rol (kunnen) spelen in het emblematisch proces (de res significantes) benoemd en toegelicht,Ga naar eind14 evenals de objecten waaronder artefacten, die niet op voorhand bekend verondersteld mogen worden. Voor die beschrijving is gebruik gemaakt van een contemporain ingekleurd exemplaar van Proteus dat zich in de Universiteitsbibliotheek te Leiden bevindt (vgl. de Bibliografie, nr. b.9). Bewaard gebleven voortekeningen worden bij de steunillustraties afgebeeld. Dan volgt, regel voor regel, de annotatie van het eerste gedicht, met gedetailleerde woordverklaringen, stilistische en grammaticale aantekeningen (voor zover nodig) en toelichtingen bij bijbelse, religieuze, mythologische, natuurhistorische, moraal-filosofische of literaire verwijzingen of toespelingen.Ga naar eind15 Dit alles wordt drie keer herhaald, voor elke afdeling (a - amoureus; b - maatschappelijk en c - godsdienstig) en | |
[pagina 101]
| |
voor alle Nederlandstalige gedeelten. Aan subjectiviteit bij betekenistoekenning en bij het aanbieden van historische informatie valt nooit te ontkomen,Ga naar eind16 en natuurlijk zijn de toelichtingen zelden uitputtend (als dat al kan); een teksteditie als deze is in beginsel ook bedoeld om aan te zetten tot verder en diepgaander onderzoek. Niet geannoteerd zijn de volgende, vaak voorkomende, woorden: yet voor iets, en als negatief partikel in een ontkennende zin; niet voor niets; haer of hem voor zich; noch voor nog; selfs voor zelf; doen voor toen; van voor door, en bij met de betekenis door. Op verschillende plaatsen heb ik voor de woordannotatie dankbaar gebruik gemaakt van de meest recente editie van de Sinne- en minnebeelden, die van J. Bosch uit 1960 (zie de Bibliografie, nr. b.46). Hetzelfde geldt voor de commentaren die werden gegeven bij enkele losse emblemen, opgenomen in de twee bloemlezingen van Cats die G.A. van Es in de jaren zestig en zeventig samenstelde, en voor enkele afzonderlijke publikaties waarin één of meerdere emblemen werden besproken.Ga naar eind17 Afgewisseld met de annotaties van het Nederlands treft men - overeenkomstig de oorspronkelijke volgorde van de tekstonderdelen - vertalingen van en toelichtingen bij het Latijn en het Frans: de gedichten, de citaten en het proza. Bij herkende toespelingen en citaten wordt in corresponderende noten verwezen naar de (eventuele) bron. Van een onjuist geciteerde plaats wordt daar, als dat mogelijk is, de oorspronkelijke versie gegeven. Soms ben ik scheutig met informatie als het proces waarlangs een gedachte in Cats' bundel terecht is gekomen, aannemelijk gemaakt kan worden. Het zou namelijk wel eens kenmerkend kunnen zijn voor de manier waarop destijds ook andere schrijvers te werk gingen.Ga naar eind18 Want dat Cats en zijn tijdgenoten hun bronnen vaak niet uit de eerste hand citeerden of gebruikten, staat wel vast. Beknopte gegevens over door Cats genoemde personen of aangehaalde schrijvers staan vermeld in het register van namen en titels. |
|