Klagende maeghden en raet voor de selve(1634)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Aen-sprake Van Ioachim de man van Susanna, als hy de selve van de doot verlost weder ontsinck. Op de vvyse: Licht van mijn ziele, ster van den hemel. LVst van myn herte, vreught myner sinnen, God sagh mijn smerten, en myn vierigh minnen; En gaf nieuwe vreught, Tot lust en troost van mijn bedroufde jeught. O suyver bloemtje, eer van de vrouwen, Ick magh u weder als de mijn aenschouwen; Want als uyt het graf Ist dat my God uyt gunst u weder gaf. Hem wil ick dienen gansche dagen, Een danckbaer herte sal den Heerbehagen. Wech benaude pijn, Ick wil met vreught syn dienaer eeuwigh syn. Vorige Volgende