Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XI. Des menschen leven vergeleken met een overvloet van water. Psalm 90.5. De Fransche oversettinge seyt: Tu les emportes comme par une ravine d'eaux. De Nederlantsche: Ghy overstroomt, enz. Indien'er iemant heeft gelet, Of sijn gepeys hier op geset, Wat kracht een snelle watervloet Ontrent het vee en menschen doet; Hoe datse gansch het velt bedeckt, En alle dingen neder-treckt; Die heeft met een hier uyt gemerckt, Wat hier de tijt op aerde werckt: De tijt die gaet een snellen tret, Hy sleept geheele rijcken met, Hy drinckt'et al tot in den gront, Al wat'er oyt verheven stont. Is 't jonck, is 't out, is 't groen, is 't droogh, Is 't sacht, of hart, of laegh, of hoogh, Niet dat'er hout sijn eersten stant; De tijt verstelt het gansche lant. De tijt is als een watervloet, Hy treet de werelt met de voet. Vorige Volgende