Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Uyt Lucretius, III. boeck: Wanneer een grage mont te gulsigh heeft gedroncken, En dat alsoo de mensch ten lesten is beschoncken, Soo wort het lichaem swaer, de beenen wonder swack, Oock rijster onverstant en ander ongemack; De mondt is sonder slot, het oogh begint te swieren, Men schreeuwt'er over-hoop, gelijck als wilde dieren; En sooder yemant soeckt de gronden van het quaet: Het koomt ons van den wijn gedroncken sonder maet. Vorige Volgende