Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Julianus schimp-dicht tegen 't bier. Wie sijt ghy, lieve vrient? sout ghy wel Bacchus wesen, Van alle man bemint, van yeder een gepresen? Van Jupiter geteelt? neen, die en sijt ghy niet, Gelijck men aen uw verw en al uw wesen siet. Ghy zijt van quaden reuck, en uwe dampen stincken, O! 't is een ander nat, waervan de goden drincken; Dat heeft een frisschen geur, en vry al beter smaeck, My dunckt ick wort een Godt als ick het vocht genaeck. Voorwaer, ghy zijt geteelt daer noyt een druyf en groeyde, En daer noyt ackerman haer gulle rancken snoeyde; Ghy kreeght uw wesen niet uyt 's wijngaerts edel hout, Maer uyt een brouwers kuyp, en vunstigh gersten-mout. Vorige Volgende