Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op bier. Wie kander van het bier den rechten aert beschrijven, En of het dienstigh is voor alderhande lijven? Dewijl het wort gekoockt uyt alderhande graen, En dat'er seltsaem kruyt oock onder wort gedaen. De waters even selfs zijn niet van ééner krachten: Het eene wort geput uyt ongesonde grachten, Het ander uyt een beeck, of uyt een driftigh zandt, Het ander uyt een poel, of uyt een siltigh landt. Ick sal dan, Hollandts volck, in weynigh hier besluyten, En op dit gantsch beslagh een korten regel uyten: Maeckt, dat sich uwen dranck in dese palen houdt, Niet al te bijster jongh, niet al te lijdigh oudt. Vorige Volgende