Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Uyt Horatius (4. Carm. 7.): Als yemant van de doot is uyt het licht getogen, Wat sal dan edel bloet, wat sal het gelt vermogen? Hoe kan een kloecke tongh het monster weder-staen? Eylaes! het spoock is doof, daer is geen seggen aen. Geen Godsdienst kan den mensch oyt uyt den grave trecken, Geen vrient kan uyt den slaep sijn dooden vrient verwecken: Wie eens hier uyt het vleesch de leste reyse doet, Die is daer hy behoort, en daer hy blijven moet. Vorige Volgende