Alle de werken. Deel 1(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Quod petis, intus habes. Men hoeft geen meerder kracht in handen, leden, sinnen, Als om sijn eygen selfs te konnen overwinnen; Den mensch, wie dat hy zij, en dient geen meerder goet, Als om, met God, in rust te stellen sijn gemoet. 't En waer ons niet van noot naer meerder vreught te jagen, Indien een yder kond' sijn eygen geest behagen. Geen wetenschap is nut - wat leertmen jaer aen jaer? - Als om sijn eygen selfs te kennen gansch en gaer. Wat looptmen dan soo verr', en sweeft met alle winden? Al wat men buyten soeckt, is binnen ons te vinden: Vrient, wildy wesen sterck, rijck, vrolijck en geleert, En soeckt niet hier of daer, maer u tot uwaerts keert! Vorige Volgende