Omgang met mensen
I
Gisteravond waren Ans en Joop op bezoek. Ze komen wel vaker, want ze vormen een echtpaar, dat zich verveelt. Daarom lopen ze er iedere avond uit, om anderen te vervelen. Wij vallen in de termen, omdat we ze jaren geleden, tijdens de vakantie, eens hebben ontmoet in een Italiaanse badplaats. In het hotel zaten ze aan het volgende tafeltje en ze zeiden blij: ‘Oók Hollanders?’
‘Ja,’ antwoordden we.
Zo begon het. Ik geloof niet dat een relatie, die alleen stoelt op overeenkomst in nationaliteit, levenskrachtig is, maar Ans en Joop stonden daar anders tegenover en hebben de kennismaking sindsdien gecultiveerd. Eerst moesten we een avond komen om hun dia's te zien, een smartelijke vertoning, want ik stond er vaak op en ik zie mezelf niet graag in badpak. Toen kwamen zij een avond ‘voor een gezellig babbeltje’. Dat hebben ze daarna nog vaak herhaald. Ze zijn brave mensen, allebei. Maar na het overschrijden van een bepaalde leeftijd is het niet meer mogelijk nieuwe vrienden te maken, geloof ik. Bovendien heeft de conversatie van Ans en Joop een zekere monotonie. Hij spreekt vooral over restaurannetjes, die hij in het buitenland heeft ontdekt. Dat gaat dan in deze trant:
‘Je kreeg eerst een hele mooie hors d'oeuvre, erg geraffineerd, hè Ans, en dan een tournedos met ruim gevarieerd garnituur, een echte tournedos, weet je, kwaliteitsvlees, dat proef ik altijd bij de eerste hap, en daarna verrukkelijk ijs, nietwaar Ans, alles bij elkaar, omgerekend, voor vijf gulden en vijfenveertig per persoon, met een karaf rode wijn inbegrepen, geen bijzondere wijn natuurlijk, maar toch zeer smakelijk, nou, dat is toch voor niks, geef me maar een papiertje, dan zal ik het adres voor je opschrijven en ook even tekenen hoe je er komen moet, want 't is niet gemakkelijk te vinden, kijk, hier is de Avenue Aubert en daar, links, heb je de Impasse Jouat, maar die ga je niet in, want...’