nogal snel. Ze was te goed gekleed voor deze kroeg. Een mooi, beweeglijk, wat doorlijnd gezicht had ze. Lachen kon ze wel, maar nu niet. Haar ogen stonden een beetje troebel.
‘Leuk is het hier,’ zei ze, op een kruk klimmend.
‘Vin je?’ vroeg de man omzichtig.
Hij was het er niet mee eens en bleef staan, met één arm leunend op de bar. Bezorgd keek hij naar haar. Hij zag eruit of hij de situatie doorgaans meester was. Maar deze niet.
De Marokkaan vervoerde het blad met het likeurtje en de kop koffie zó krampachtig dat omvallen onvermijdelijk leek. Maar het liep goed af want zijn voetenwerk was zeer soepel. Je hebt ook zulke kunstschaatseressen, die sierlijk over het ijs zweven, maar hun armen bewegen of ze de was ophangen.
‘Ik wil wel een sherrietje,’ zei de vrouw aan de bar.
‘Zou je 't wel doen?’ vroeg hij. ‘We kunnen misschien beter naar huis gaan.’
Maar de Marokkaan had deze bestelling zonder ondertitels begrepen en zette het glas triomfantelijk voor haar neer.
‘En naar de tv kijken of zo iets?’ vroeg ze geïrriteerd. ‘Dat kan ik nu niet. Ik ben ongerust. Ik ben altijd ongerust als ze met Elly in die danstent is. 't Soort kerels dat daar komt...’
‘Ach...,’ begon de man.
‘Een kind van veertien hoort daar niet,’ zei ze heftig.
Ze nam een grote slok.
‘Maar ze doet altijd wat ze belooft,’ antwoordde hij zacht, maar toch voor ieder hoorbaar. ‘Als ze zegt: “kwart over twaalf thuis,” dan is ze kwart over twaalf