Bijna
de twee vrouwen die in het café thee dronken, waren allebei middelbaar en corpulent. Ze droegen nette kleren, maar buiten mededinging. De ene vrouw zei:
‘Abortus. De krant staat er vol van. 't Schijnt te mogen, nou.’
‘Nog niet,’ zei de andere. ‘Maar ze eisen 't.’
De eerste vrouw haalde haar mollige schouders op.
‘Van mij mag 't, hoor’, zei ze. ‘Maar ik begrijp die meiden niet. Ze hebben toch zeker de pil? D'r zijn wel vijftig verschillende. Nou, laan ze 'm dan slikken. Dan hoeven ze de dokters niet lastig te vallen. Die hebben 't toch al zo druk’.
De andere vrouw glimlachte.
‘Mijn buren, hè, die hebben een dochter,’ zei ze. ‘Toen ze achttien was komt ze thuis en zegt: “Moe, ik ben zwanger.” D'r moeder zegt: “Kind, je hebt toch de pil? Waarom heb je die dan niet ingenomen?” Toen zegt ze: “Vergeten...”. Ja, vergeten! Dat maak je mij niet wijs. Ze wou die knaap gewoon voor het blok zetten. En dat is d'r mooi gelukt ook, want hij heeft haar getrouwd en hij zit nou met haar en de baby erg ontevreden in zo'n dure vogelekooi in Amstelveen. Die pil is mooi, hoor. Maar als 'n meisje 'm vergeten wil, dan vergeet ze 'm.’
De eerste vrouw knikte.