maar voor Piet Snot tegen de muur geplakt zat.’
Het was klare taal.
De oude predikant glimlachte een beetje hulpeloos en antwoordde:
‘Ach mevrouw, ik heb zoiets nog nooit eerder bij de hand gehad, ziet u.’
Daarna drentelde hij de zaal in en zat al spoedig aan een protestants tafeltje.
‘Ik moet eerlijk toegeven’, zei een oom van de bruid, ‘De pastoor sprak beter dan de dominee’.
‘Allicht!’ riep de jongeman naast hem. ‘Die stond op eigen terrein.’
Want hij is een voetbalminnaar en kent terdege het verschil tussen uit- en thuiswedstrijden.
‘D'r werd wel erg katholiek gezongen’, zei de mevrouw, die de dominee had berispt.
‘Mens, wat geeft dat nou,’ riep een kleine, kogelronde oude man met een reutelend pijpje. ‘'t Is toch zeker allemaal flauwekul’.
‘Ach, jij...’ zei ze minachtend. ‘Jij begint te huilen als de Stem des Volks voor de radio Morgenrood zingt. Dat is jouw geloof’.
De man haalde zijn schouders op.
‘Hoofdzaak is dat ze getrouwd zijn’, vond hij. ‘Daar gaat het om. En om niks anders’.
Er kwam een vrouw binnen, feliciteerde het paar, voegde zich vervolgens bij de protestanten en vroeg een beetje rellerig:
‘Ik kon niet in de kerk zijn - maar hebben ze moeten zweren dat de kinderen katholiek worden grootgebracht?’
De kleine, kordate dame schudde het hoofd.