hand van president Menzies, die helemaal uit Australië kwam om in het Kurhaus te logeren. En in een immense oploop van personen in gala staat Coty ‘president van Frankrijk’, want dat is-ie een poosje geweest.
't Zijn boeiende foto's, een beetje vaal geworden.
Dat geldt ook voor de deftige oude dame, die al dit hoge volk te logeren kreeg en voor haar residentie Scheveningen, dat zachtjes maar toch wel hoorbaar uit vele bejaarde gebouwen staat te smeken om een kwastje verf.
Maar 't kan er niet af.
Dat vind ik geen bezwaar.
Licht verval heeft voor mij een moeilijk te definiëren bekoring.
Ik voel me, in winters Scheveningen, op zo'n vrijwel geheel dicht getimmerd Gevers Deynootplein meer op mijn gemak dan tussen de torenflats aan de rand van de grote stad, die me altijd een beetje benauwen.
Noem het rechts.
En ik wandel langs een wat toornig fronzende zee in de harde wind de boulevard af, beklim het Seinpostduin en passeer het nog altijd overeind gebleven huis waarin Koos Speenhoff aan het eind van zijn leven en zijn roem al die treurige, verbitterde brieven aan Jan Greshoff heeft zitten schrijven. Ik herinner me opeens één zinnetje: ‘Jammer dat ik niet meer drinken wil’.
Aan het begin van de Scheveningseweg kun je, op de hoek van de Duinstraat, een mooi decor voor