‘O ja,’ antwoord ik, want dat stond óók als een nabije mogelijkheid in het boek van die Engelsman. ‘En je man en je broer? Die zijn zeker aan het werk?’
‘Nee, we werken nog maar twee uur per week,’ antwoordt ze, ‘maar ze moesten naar de recreatie en vrijetijdsbesteding. Dat is tien uur per dag verplicht, voor ouderen. Als je wegblijft krijg je zware straffen. Allicht, we mogen ons niet vervelen.’
‘Ja, dat snap ik,’ zeg ik maar. ‘En nou moet je me eens even voorstellen aan die vier heren daar en die jongedame...’
‘Dat zijn je kleinkinderen!’ roept ze.
Ik zijg in een plastic fauteuil neer en ze komen me een voor een een hand geven.
‘Ja, kussen is sinds elf jaar verboden,’ zegt mijn dochter. ‘Gebleken is dat je er geelzucht van krijgt.’
Ik leun achterover.
Mijn oudste kleinzoon, die een fikse baard draagt, zegt:
‘Opa, niet aan die knopjes komen, hoor.’
‘Waarom niet?’
‘Nou, je zit in de schietstoel voor de weekends,’ antwoordt hij. ‘Als je op het bovenste knopje drukt word je naar Parijs geschoten. Het tweede - naar New York. Het derde - Moskou. Het vierde...’
‘Laat maar zitten,’ zeg ik. ‘Ik blijf er wel af. Maar vertel eens - die meneer, die daar in de hoek van de kamer aldoor staat te zingen, is dat een kennis van jullie?’
‘Nee, hij wordt vanuit Bussum uitgezonden. Driedimensionale televisie. Hij staat op het moment in zes miljoen huiskamers, want hij is erg kijkdicht. Stoort hij je?’