uitdrukking ‘ik vreet vandaag wel uit de muur’ geboren werd, stond te kauwen, zag ik opeens de jongen met de paarse broek verschijnen. Op nog geen meter van mij verwijderd, bleef hij bij de ingang staan - weer zo verkommerd. Op de stoep kwam een grote, zorgvuldig geklede man van middelbare leeftijd aan. De jongen vroeg hem in een soort Hollands om twee kwartjes, op de schichtige manier van iemand, die het bedelvak niet beheerst. De man bleef staan en keek hem aan, met een sombere blik.
‘Vreemdeling?’ vroeg hij.
‘Englishman,’ zei de jongen.
In goed Engels vervolgde de man:
‘Heb je honger?’
De jongen knikte schuw.
Nu trok de man zijn portefeuille, haalde er een biljet van vijfentwintig gulden uit en zei:
‘Hier. Ga ergens een behoorlijk maal kopen.’
De jongen bleef roerloos staan.
‘Waarom doet u dat?’ vroeg hij wantrouwig.
‘Ik wil er wat voor terug,’ zei de man, weer zo somber.
En toen de jongen een stapje achteruit deed:
‘Nee, wees maar niet bang. Ik ben geen sissy. Maar ik doe een investering. Zie je, ik heb vijf kleinzoons. De oudste is twaalf, dus veel moeilijks is er nog niet aan de hand. Maar als één van die jongens, over 'n jaar of wat, ergens op deze wereld in net zo'n harde rotstad als Amsterdam geen geld maar wel honger heeft, dan hoop ik dat er net zo'n man als ik zal opdoemen om mij via hem het geld te vergoeden dat ik in jou beleg.’
En op een grimmige toon: