en werd er vaak zó door ontroerd dat hij
de laatste regels met een schorre, wat geknepen stem uitbracht.
Tijdens het maken van de uitzendingen dronken we eerst thee, die hij met enig
ceremonieel placht te zetten. Maar als de theetijd voorbij was gingen we over
‘tot serieuzer zaken’, zoals hij dat uitdrukte: voor hem jonge klare en voor ons
wijn.
Om zeven uur begaven wij ons, op zijn voorstel, naar zijn geliefd café De
Pilaren, waar het drinken werd voortgezet. Aan eten scheen hij minder behoefte
te hebben dan wij. Hij nuttigde zijn door Frankenstate verschafte maaltijd,
geloof ik, 's avonds laat, voor hij ging slapen.
Mijn vrouw en ik waren, ofschoon tientallen jaren jonger dan hij, na die week
Bergen volkomen uitgeput.
Toen Cor Holst uit het immense materiaal vijf uitzendingen had geknipt, leek het
mij nodig dat Roland Holst ze zou horen voor ze aan de luisteraars werden
prijsgegeven.
De Vara vervoerde ons per auto naar Hilversum. In een kleine studio zouden de
vijf uitzendingen voor ons worden afgedraaid. Ik verschafte Roland Holst potlood
en papier, opdat hij zijn eventuele aanmerkingen kon noteren. Maar hij schreef
niets op.
Na de eerste uitzending vroeg ik: ‘En, wat denk je ervan?’
‘Erg aardig,’ antwoordde hij.
‘Zullen we dan de volgende draaien?’ vroeg ik.
‘Nou, als het je hetzelfde is, wil ik nu liever twee broodjes kaas gaan eten,’
zei hij. ‘De rest geloof ik wel.’
Na de broodjes kaas reden we weer terug.
Ik vroeg hem: ‘Vrouwen hebben altijd een grote rol gespeeld in je leven en in je
werk. Maar waarom ben je nooit getrouwd?’
Hij keek me met pretoogjes aan en antwoordde: ‘Je weet wat ik vaak gezegd heb.
Vóór mijn vijftigste ben ik niet getrouwd uit egoïsme en na mijn vijftigste uit
altruïsme. En dan - er is maar één vrouw die ik trouw kan zijn en dat is de