Toegegeven - dit zijn misschien niet de herinneringen die gewoonlijk het oog zo
troebel maken, al blijft het een kwestie van appreciatie. Ik geloof dat ieder
ouderpaar de Sinterklaasavonden, die het zijn kinderen in de ontvankelijke jaren
schenkt, vroeg of laat aan debet- of creditzijde krijgt voorgerekend. Daarom doe
ik bij mij thuis maar mijn best, zolang mijn kinderen nog zo'n overzichtelijk
formaat hebben dat ik aan hun geluk iets kan toedoen.
Dit is een grote macht, die echter slinkt als marsepein. Een poosje geleden
hadden we een poppenkast in huis. Voordat de vriendjes en vriendinnetjes kwamen,
werd de kamer leeggeruimd. Mijn zoontje sprong uitgelaten door het onttakeld
vertrek, greep toen hij mij gewaar werd eensklaps mijn hand en vroeg
aanhankelijk: ‘Pappie, waarom ben ik zo blij?’
‘Omdat de poppenkast komt,’ verklaarde ik.
‘O ja,’ sprak hij tevreden gesteld en hij hervatte zijn gehuppel.
Is dat niet indrukwekkend? Hij vraagt mij ook herhaaldelijk: ‘Welk plaatje vind
ik het mooiste, pap?’ Soms wil hij de sneeuw bewaren of vlinders op zijn petje
dragen en telkens komt hij met een verpletterend vertrouwen juist aan míj
vragen, hoe hij die dartele plannen het best ten uitvoer leggen kan, aangezien
hij mij beschouwt als een heer die niet voor één gat gevangen zit. Ay - ééns zal
hij weten dat ook deze twééde Sinterklaas niet bestaat. Dat wordt vast een
wrange ervaring. Van de eerste kon hij altijd nog zeggen: ‘Het was mijn
vader.’
Maar dat zijn zorgen voor de tijd, want mijn zoontje - als ik hem nog even ter
tafel mag houden - gelooft voorshands nog in de oer-Sint, die zo graag per
schimmel over de daken rijdt. Hij is de laatste in mijn huis, want bij zijn
zuster is die genade vorig jaar reeds aan vriendinnetjesgesmoezel overleden.
Zij trekt thans, met ál haar acht jaren, één lijn met de nihilistische
volwassenen en geeft ons, achter zijn geringe rugje, pompeuze knipogen als hij,
in zijn waan, zo ernstig bezig is hooi voor het paard in zijn schoen te
rangschikken.
Maar zij zingt wél mee tijdens de avondlijke schoorsteen-aubades, die plaats
vinden bij het gasfornuis omdat ik de schoentjes toch moeilijk onder de centrale
verwarming kan plaatsen. De robot verovert wel de wereld! Nog tien jaar en de
techniek heeft alle bij huiselijke feestjes benodigde plekken
weggerationaliseerd. Dan zendt de televisie waarschijnlijk tegen zevenen een
schoorsteen uit, waarbij de laarsjes kunnen worden neergezet, tot het beeld
vervaagt.
Toch vindt zo'n kind een gasfornuis al mooi genoeg - als je tijdens het zingen
maar fanatiek naar boven kijkt, als was daar enigerlei communica-