mededeling deed mij alle remmen verliezen, want
wat is heerlijker dan staatsgeld verbrassen? Mede aangemoedigd door de
aperitieven, nam ik bazig de leiding, bestelde een enorme stoet van voor-,
tussen-, hoofd-, bij-, onder- en naspijzen en merkte op dat champagne, mits van
goede kwaliteit, een edel drinken is, dat eigenlijk bij alles smaakt. En de
joviale Hollander lachte dreunend en zes kelners waren voortdurend om ons heen,
als chirurgen bij een zware operatie, en ik liet telkens nieuwe flessen
champagne openen en de joviale Hollander bleef dreunend lachen, ook toen ik hem,
na de hoofdschotel, ruiterlijk zei dat ik dat enge boekje niet wilde schrijven,
want dat kon hem allang geen barst meer schelen. Toen alles eindelijk op en leeg
was bood hij nog schaterend aan, ons met zijn auto naar het hotel te vervoeren,
maar wij wilden liever een beetje frisse lucht, zeiden we. Samen liepen mijn
vrouw en ik door avondlijk, met kerstlichtjes pronkend Parijs - héél
voorzichtig. En héél zalig. Want van champagne ga je een beetje zweven.
‘De Nederlaridse Maagd heeft een onrustige nacht,’ zei ik, ‘die moet 't allemaal
betalen. En de rekening beliep het maandinkomen van een gezin met twee
kinderen.’
We waren bij een klein parkje gekomen en namen op een bank plaats. Het was een
kruidige avond, niet echt koud.
‘Wat waren we toch altijd arm in Parijs,’ zei mijn vrouw dromerig, ‘vooral de
laatste dag van