Ik benijdde hem niet. U zult wel menen dat de druiven zuur zijn, maar ik dacht
aan al het gemieter dat hij nog voor de boeg had: trouwen, carrière maken, het
bitter zoet der kinderzegen, enfin, die hele stoet van narrow escapes waaraan je
later, als 't toch nog goed afgelopen is, huiverend terugdenkt.
Aan de overkant ging een juffrouw voorbij die zich in een winkel had laten
overhalen tot het aanschaffen van een spierwit, tot op de neuswortel gezakt
hoedje, waardoor zij er uit zag of ze na door een dakpan op het hoofd te zijn
getroffen, zojuist in een apotheek provisorisch was verbonden. De verkoopster in
de winkel moest een sadiste zijn. Vrouwen doen elkaar trouwens meer aan dan
mannen, dat praat niemand me uit het hoofd.
De draaideur van het café kwam in beweging en produceerde een jong echtpaar dat
even ontsteld naar mij keek en toen weer haastig naar buiten draaide.
Ik had misschien moeten lachen of wuiven.
Om het voor de zaak een beetje goed te maken, bestelde ik nog maar een glaasje
wijn. Er passeerde een oude, doorgroefde man, die mij voornamelijk op zoek leek
naar een rustig plaatsje om zich op zijn gemak op te hangen. De donkergrijze
veeg die hij teweeg bracht, werd echter onmiddellijk weer uitgewist door een
zeer kwieke stapper, die veel weg had van de heer Anton Kersjes.
Hij bracht mij het zoontje van een mijner vrienden te binnen dat, toen de
televisie een symfonieorkest