Hinde
Er werd bescheiden geklopt op de deur van de directiekamer en het meisje kwam
binnen.
‘Schikt het u, meneer, om nu de post te tekenen?’ vroeg ze. Haar stem. Ze had een
bedeesde stem.
‘Maar natuurlijk, juffrouw Wouters. U kunt er op wachten.’
Als hij dat zei kwam ze vlak naast hem staan om de bladzijden van het grote,
groene boek waarin de brieven lagen een voor een om te slaan. Haar geur paste
bij haar stem.
‘Hier had ik een t vergeten. En met inkt erbij gezet. Als u het slordig vindt kan
ik 'm nog wel even overtypen.’
‘Ach nee, juffrouw. Een brief aan meneer Bok. Zoveel drukte maken we toch niet
voor 'n bok?’
Haar glimlach. Ze had een sublieme glimlach.
‘Zo. Was dit de laatste?’
‘Ja meneer.’
‘U hebt u weer uitstekend van uw taak gekweten. Uitstekend.’
Hij legde even zijn hand op haar arm en keek naar haar op. ‘Ik ben erg tevreden
over u,’ zei hij.
Ze bloosde en deed, met het brievenboek tegen haar borst gedrukt, een stapje
opzij. Toen liep ze naar de deur. De gang van een hinde. Maar die vergelijking
schrapte hij meteen weer. Te afgezaagd. Toch liep ze als een hinde. Toen de deur
achter haar dichtgevallen was dacht hij, opeens geirriteerd: ‘Ik had haar arm
niet moeten aanraken.’
Hij keek op zijn horloge. Het was bij vijven. Achter de ramen dreinde de regen en
gierde de wind. Hij zag op tegen de avond. Het zuinige borreltje met zijn vrouw,
die niet van alcohol hield. Het zorgelijk gesprek, dat wel weer over Joost Jan
zou gaan en de commune waar hij nu in zat. Het eten. En dan de tv - de
praatzieke service aan eenzaamheid in tweevoud.
‘Ik ga niet naar huis,’ dacht hij. ‘Ik heb geen zin. En eigenlijk kan 't me niet
verdommen wat Joost Jan uitvoert. Commune of geen commune. Hij doet maar. Ik
vind 't wel rustig dat hij vrijwel nooit meer komt, met al zijn parmantige
heilsleren. En maar zitten en verzwijgen wat je terug zou willen zeggen, anders
werd-ie kwaad. Je voelde je net als een verpleger in het gekkenhuis. Hou de
patiënt rustig.’
Hij pakte de telefoon en draaide zijn nummer.
‘Maar als klein jochie was-ie lief,’ dacht hij oprecht vertederd.
‘Ja, hallo?’ riep zijn vrouw.