niet in de bedoeling der directie. Het raam achter de tralies was
van matglas maar in onze cel zat een klein hoekje van dat matglas los. Je kon
het er tussen duim en vinger uitnemen. Dan had je een kijkgaatje. Maar er viel
die ochtend aanvankelijk niets te zien dan een lege binnenplaats waar een
deplorabele duif rondstapte en toch nog wat te pikken vond. Gemorste
voedselresten? We kregen in de gevangenis iets meer te eten dan buiten op de
bon. Mijn celgenoten die al langer zaten, zeiden dat het kwam omdat de kok een
gevangen Engelsman was, maar als je vroeg hoe ze dat wisten werden ze vaag. Het
leek me romantisch bijgeloof. Ik keek door het gaatje en benijdde de duif die
lekker buiten liep in het tere licht van de net aangebroken lentedag. Toen
gingen opeens de grote houten deuren open en reed een groene Duitse vrachtauto
de binnenplaats op. Er sprongen acht jonge in zwarte uniformen gestoken kerels
uit. Ze droegen helmen en hadden blinkende machinepistolen bij zich. Duitse ss-ers waren het en ze kwamen iets doen. Een karwei opknappen
dat vroeg in de ochtend gebeuren moest. Ik keek naar ze en voelde hoe een
primitief angstgevoel bezit van me nam, zoals je opeens hevig koorts krijgt. De
mannen stonden niet stram in de rij maar in een informeel groepje. Ze praatten
met elkaar en lachten zo nu en dan, alsof ze gewone mensen waren. Maar ik voelde
wat ze kwamen doen. Ik zei zo zacht dat ik het zelf amper horen kon:
‘Moordenaars.’
Mijn stem beefde een beetje en mijn mond was helemaal droog. Nu ging er aan de
zijkant een deur open. Er kwamen twee landwachten naar buiten die een brancard
droegen. Er lag een jongen op. Omdat alle riempjes dicht waren zag je alleen
zijn hoofd. Het was een gevoelig, wanhopig hoofd. Achter de brancard volgde een
tweede jongen. Hij was erg lang, had een gezond gezicht en een blonde kuif. En
hij liep als in een droom, bijna zwevend. Dansers kunnen zo lopen. De derde
jongen was klein en dik, een beetje pafferig. Hij leek me zo'n jongen die blij
is als hij mee mag doen. Nu had de angst hem verlamd. Hij strompelde twee passen
en bleef staan. Een landwachter die achter hem liep, gaf hem dan een duw in zijn
rug die goed was voor twee passen. De ss-ers namen de
brancard over en schoven 'm in de auto. De twee andere jongens klommen er zelf
in. Daarna volgden de ss-ers. De achterklep werd
dichtgeslagen, de deuren gingen weer open en de auto reed naar buiten. De
landwachters bleven nog even bij elkaar staan op de binnenplaats. Een van hen
vertelde iets. De anderen lachten. Toen liepen ze naar de zijdeur. De
binnenplaats was weer leeg. Alleen de duif liep er nog. Ik zweette hevig. Mijn
lichaam deed wat mijn geest niet kon.
Er verstreek minstens een half uur.