| |
| |
| |
Catalogus
| |
| |
Van het jaar 40 tot in het jaar 1299
| |
1. Anno 40
Een Kaninefaat bespot keizer Caligula om zijn overwinning op de zee
Antonie Frederik Zürcher (Nieuwer-Amstel 1825 - Maastricht 1876) Doek, olieverf; gemonogrammeerd, 1850; 41×57; inv. A 5044
In de vroegste tijden werd Nederland door verschillende volksstammen bewoond. Daarvan waren de Friezen in het noorden, de Batavieren aan de Rijn, en de Kaninefaten aan de zeekusten het machtigst. De Romeinen kwamen omstreeks 50 voor Christus onder Caesar in onze streken. Zij sloten verbonden met deze stammen, bouwden versterkingen en stichtten koloniën.
Nederland werd door de Romeinen als het middelpunt van hun expedities tegen Brittannië, Germanië en Gallië beschouwd.
Verschillende keizers en legeraanvoerders zijn hier geweest, zoals keizer Caligula. Hij haalde in tegenstelling tot de anderen slechts dwaasheden uit. Zo verklaarde hij de oorlog aan de zee en liet, met een leger aan het strand gekomen, de trompetten steken als sein voor de aanval. Caligula beval de soldaten daarna hun helmen met schelpen te vullen, als oorlogsbuit op de vijand behaald.
Een Kaninefaat lachte de keizer in 't gezicht uit, zonder dat Caligula hem durfde te straffen. De keizer was waarschijnlijk bevreesd dat zijn eigen volk dan de partij van de spotter zou hebben gekozen.
| |
2. Anno 59
De Friese gezanten eisen een plaats tussen de Romeinse senatoren
Antonie Frederik Zürcher (Nieuwer-Amstel 1825 - Maastricht 1876) Doek, olieverf; gemonogrammeerd, 1850; 41×57; inv. A 5045
De Friezen hadden met de Romeinse landvoogd Paulinus een geschil over het eigendom van bepaalde gronden. Om de kwestie te beslechten werden enkele Friese gezanten naar keizer Nero in Rome gezonden. Toen zij daar een schouwspel bezochten, vroegen de Friezen waar de senatoren en leden van de ridderstand zaten.
Zij vroegen waarom er zich verschillende mensen tussen bevonden die niet tot de Romeinen behoorden. Het antwoord luidde dat dit de gezanten der trouwste en dapperste bondgenooten van Rome waren.
De gezanten namen toen tussen de senatoren plaats en zeiden dat de Friezen minstens even dapper en trouw waren als welk ander volk ter wereld ook. Zij werden luid door alle aanwezigen toegejuicht. Het doel van hun zending mislukte echter, en de betwiste gronden werden aan de landvoogd toegewezen.
Het geschil over door de Friezen ontgonnen en in bezit genomen gronden aan de Rijn betrof niet Paulinus, maar diens opvolger Dubius Avitus. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Tacitus waren de gezanten twee Friese koningen.
| |
| |
| |
3. Anno 70
Claudius Civilis spoort de Batavieren tot opstand aan
Barend Wijnveld Jr. (Amsterdam 1820 - Haarlem 1902) Doek, olieverf; 41×57; inv. A 5000
De Romeinen begonnen de inwoners van deze landen allengs meer als onderdanen dan als bondgenoten te beschouwen, en oefenden een onverdraaglijke heerschappij uit. Claudius Civilis, een Batavier die lange tijd in de Romeinse legers had gediend, maakte gebruik van de onlusten die na de dood van Nero waren ontstaan, om de Batavieren in een vrijheidsoorlog aan te voeren. Om hen hiertoe te bewegen, nodigde Claudius Civilis de aanzienlijkste Batavieren voor een groot gastmaal uit. Daar zette hij zijn plannen in krachtige bewoordingen uiteen. De aanwezigen kozen Civilis onder gejuich tot tot hun leider.
Volgens Tacitus was niet Claudius Civilis, maar Julius Civilis leider van de opstand. Wijnveld beeldt de Batavieren tijdens het nachtelijke feestmaal in het heilige woud af, op het moment dat zij de eed zweren.
| |
4. Anno 70
Brinio als leider der Kaninefaten op het schild geheven
Barend Wijnveld Jr. (Amsterdam 1820 - Haarlem 1902) Doek, olieverf; 41×56; inv. A 4999
Het voorbeeld van de Batavieren werd weldra door alle omringende volkeren gevolgd. De Kaninefaten werden daartoe aangezet door Brinio. Zij kozen hem tot leider en verenigden zich met Civilis.
De krijgskans die de opstandelingen eerst gunstig was, keerde zich echter na korte tijd tegen hen. Zij werden verslagen door Petilius Cerialis, maar sloten toch een eervolle vrede en vernieuwden de oude verdragen met de Romeinen.
Wijnveld beeldt naast Brinio de Bataafse priester Daginus af, die hem naar een oude linde op een kleine verhevenheid had geleid. Zijn voorstelling gaat terug op ‘Onze voorouders in verschillende tafereelen geschetst’ (1838) van Jacob van Lennep.
| |
5. Anno 719
Koning Radbod weigert de doop
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; gesigneerd; 42×57, 5; inv. A 4876
Na de val van het Romeinse Rijk trachtten de Frankische koningen hun gezag in deze landen te vestigen, zowel met behulp van wapenen als het christendom dat zij hier trachtten te verbreiden. Eén der Friese vorsten, Radbod, beloofde zich te laten dopen. Toen hij al met één voet in het doopvont stond, vroeg hij naar de toestand van zijn ongedoopt overleden voorvaderen. Bisschop Wolfram antwoordde dat de hemel voor hen gesloten was. Radbod trok terstond zijn voet terug en weigerde standvastig het christendom aan te nemen.
| |
| |
| |
6. Anno 754
De martelaarsdood van Bonifatius te Dokkum
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; gesigneerd; 42×58; inv. A 5116
Het christendom werd in onze streken niet zonder tegenstand geaccepteerd. De weigering van Radbod droeg daar zeker aan bij. De missionarissen vielen vervolgingen en niet zelden de dood ten deel. Zo werd Bonifatius, aartsbisschop van Mainz, met 53 van zijn volgelingen bij Dokkum vermoord, waar hij ter prediking was heengetogen.
| |
7. Anno 885
De moord op Godfried de Noorman
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; gesigneerd; 43×57; inv. A 4877
De Nederlanden hadden onder het zwakke bestuur van de opvolgers van Karel de Grote ernstig te lijden van herhaaldelijke invallen der Noormannen. De keizers waren niet bij machte hen met geweld te keren en trachtten de Noormannen onderling te verdelen. Daarom droegen zij enkele Noorse aanvoerders het bestuur over onze streken op om deze ook tegen hun eigen landgenoten te beschermen.
De dapperste en bekwaamste van die landvoogden was Godfried. Zijn macht groeide de vorst al spoedig boven 't hoofd. Lodewijk IV vreesde dat Godfried zich vroeg of laat onafhankelijk verklaren zou en wilde zich van hem ontdoen. Omdat hij begreep dat geweld niet zou helpen, verzon hij een list. De Noorman werd voor onderhandelingen naar een kasteel in de Betuwe gelokt en daar verraderlijk vermoord. De heerschappij de Noormannen was voorbij. (...)
De moord, ook wel bekend als de moord te Herispich, werd onder keizer Karel III (881 - 887) beraamd.
| |
| |
| |
8. Anno 1018
De hertog van Lotharingen wordt door Dirk III van Holland bij Dordrecht verslagen
Barend Wijnveld Jr. (Amsterdam 1820 - Haarlem 1902) Doek, olieverf; 60×43,5; inv. A 5001
In het begin van de 11de eeuw stichtte Dirk III, vierde graaf van Holland, Dordrecht. Hij wilde daarmee de aanspraken van de bisschoppen van Utrecht, Luik en Trier op de jacht en de visserij in de monden der Maas en Waal krachtdadig betwisten. Zijn tweede oogmerk was het heffen van tol van voorbijvarende schepen. Keizer Hendrik II beval op aandringen der kooplieden van Tiel, maar ook uit vrees dat graaf Dirk zich van het Duitse Rijk onafhankelijk zou maken, dat de nieuwe vesting geslecht zou worden. Hij droeg de uitvoering aan de hertog van Lotharingen op. Diens leger viel de Hollanders op onvoorzichtige wijze in een met sloten doorsneden en moerassige streek aan. Het keizerlijke leger werd verslagen en de hertog raakte in gevangenschap.
De waardigheid van graaf van Holland bestond in het begin van de 11de eeuw nog niet. Dirk III heeft ook Dordrecht niet gesticht.
Alpertus van Metz die een tijdgenoot was, heeft over de strijd tussen de graaf en de hertog geschreven. Volgens hem hadden de Friezen en de manschappen van Dirk III zich bij Vlaardingen in het Merwedewoud gevestigd. Daar berokkenden zij vanuit een versterking grote schade aan de handel. Het treffen van Dirk III en hertog Godfried van Neder-Lotharingen is bekend als de slag aan de Merwede.
| |
9. Anno 1039
Bernulf wordt tot bisschop van Utrecht aangesteld
Barend Wijnveld Jr. (Amsterdam 1820 - Haarlem 1902) Doek, olieverf; 60×43; inv. A 5002
Na de dood van bisschop Adelbold konden de Utrechtse kanunniken het niet eens worden over de keuze van een nieuwe bisschop.
Zij besloten de benoeming over te laten aan keizer Koenraad III. Terwijl deze trachtte de kanunniken op één lijn te brengen, meldde Bernulf, pastoor van Oosterbeek, dat de in zijn huis achtergebleven koningin van een zoon bevallen was.
Koenraad zag de komst van Bernulf als een bestiering der voorzienigheid. Hij maakte een eind aan alle twist door Bernulf staf en ring ter hand te stellen en hem tot bisschop te benoemen.
De benoeming van Bernulf vond in 1026 of 1027 plaats. Daarbij was niet keizer Koenraad III, maar koning Koenraad II betrokken.
| |
| |
| |
10. Anno 1049
Graaf Dirk IV van Holland wordt door een pijl gedood
Barend Wijnveld Jr. (Amsterdam 1820 - Haarlem 1902) Doek, olieverf; 60×44; inv. A 5123
Graaf Dirk IV was tijdens een toernooi in Luik uitgehoond en had daarom de schepen en goederen der Luikse en Keulse kooplieden te Dordrecht verbeurd verklaard. De bisschoppen van Keulen, Luik en Utrecht trokken tegen hem ten velde en overmeesterden Dordrecht door verraad.
Graaf Dirk nam de stad spoedig weer in, maar de dag na de verovering werd hij op de wallen door een Keulse krijgsman die zich verborgen had, met een vergiftigde pijl zo ernstig gewond dat hij binnen drie dagen aan de kwetsuur stierf.
De straat waar dit gebeurde heet nu nog de Gravenstraat.
| |
11. Anno 1061
Graaf Floris I van Holland wordt te Nederhemert gedood
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; 60×43; inv. A 4878
Floris I, zesde graaf van Holland, voerde evenals zijn broeder en voorganger Dirk IV voortdurend met de bisschoppen van Utrecht oorlog over de scheepstol te Dordrecht. Ook hij versloeg zijn tegenstanders, eerst bij Dordrecht in 1058, en later in verschillende andere gevechten.
Toen graaf Floris na de overwinning bij Nederhemert onder een boom uitrustte, werd hij door de troepen van de heer van Kuik overvallen en gedood. De Hollanders werden echter niet teruggedreven.
| |
12. Anno 1192
Graaf Dirk VII van Holland verzoent zich met zijn broeder
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; 60×43; inv. A 4879
Dirk VII, elfde graaf van Holland, leefde dermate in onmin met zijn broeder Willem, dat deze uit vrees voor zijn leven en vrijheid naar de [West-]Friezen vluchtte. Er brak oorlog tussen hen uit. Terwijl Dirk tegen de Vlamingen optrok, voerde Aleida van Cleef, zijn echtgenote die vermoedelijk de broedertwist had aangestookt, het bevel over de troepen die tegen Willem waren uitgestuurd. Willem werd verslagen, maar door tussenkomst van Aleida van Schotland - moeder der beide graven - en van de bisschop van Utrecht werd een verzoening tot stand gebracht. Deze had te Haarlem plaats, op een vroege ochtend toen Dirk nog in bed lag. Nog eenmaal werd later de vriendschap der broeders verstoord, maar ook toen werd deze weer, en nu voor goed, hersteld.
| |
| |
| |
13. Anno 1203
Het huwelijk van gravin Ada met Lodewijk van Loon
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; 60×43; inv. A 4880
Graaf Dirk VII van Holland liet slechts één dochter, Ada, na. [Omdat de grafelijke waardigheid in Holland slechts aan een man en niet aan een vrouw kon worden opgedragen,] verviel het graafschap aan Willem, Dirks naaste mannelijke erfgenaam. Aleida van Cleef wilde echter haar dochter Ada als gravin. Zij huwde Ada aan de edelman Lodewijk van Loon uit, direct na de dood van de graaf, wiens lijk zelfs nog niet ter aarde was besteld. Aleida hoopte dat Lodewijk als man en als echtgenoot voor Ada's belangen zou kunnen waken. Tijdens de oorlog die hierna uitbrak viel Ada, die zich in de Leidse burcht had verschanst, spoedig in graaf Willems handen. Zij werd naar Engeland verbannen. Lodewijk van Loon werd verslagen en Willem verwierf de grafelijke waardigheid. Pas daarna werd Ada met haar echtgenoot herenigd. (...)
| |
14. Anno 1219
Graaf Willem I van Holland verovert Damiate
Antonie Frederik Zürcher (Nieuwer-Amstel 1825 - Maastricht 1876) Doek, olieverf; 60×43; inv. A 5046
Willem I, die nu in het rustige bezit van het graafschap Holland was, besloot zijn loopbaan met een kruistocht. Hij zeilde met een Engelse vloot naar Egypte. [Onderweg] veroverde Willem de vesting Santa Maria en de stad Cadix op de Moren. In Egypte maakte hij zich van de Nijlmond meester en dwong hij Damiate tot overgave.
Daarna keerde Willem naar Holland terug, waar hij in 1222 overleed. De Haarlemmers en Dokkumers hebben later de belangrijkste eer van deze tocht aan zichzelf toegekend.
| |
15. Anno 1226
Bisschop Otto II van Utrecht sneuvelt in de slag bij Ane
Antonie Frederik Zürcher (Nieuwer-Amstel 1825 - Maastricht 1876) Doek, olieverf; 60,5×43,2; inv. A 6525
Bij een twist tussen burggraaf Egbert van Groningen en het geslacht der Gelkingen, stond slotvoogd Rudolf van Coevorden aan de kant van de laatste. Hij verdreef de burggraaf naar Friesland. Egbert kreeg Groningen wel weer in zijn macht, maar zijn stad werd al spoedig met een beleg bedreigd. Bisschop Otto II van Utrecht trachtte samen met de graven van Holland en Gelre, Egbert te ontzetten. Rudolf wachtte hen bij Ane op, waar hij zijn troepen achter een moeras had opgesteld. De bisschoppelijken en de bondgenoten, die door Rudolf van Goor en de graaf van Gelre werden aangevoerd, zakten weg in de weke grond. Zij raakten in verwarring en leden een totale nederlaag. De bisschop sneuvelde. De graaf van Gelre werd gevangen genomen.
De slag bij Ane vond in 1227 plaats.
| |
| |
| |
16. Anno 1227
De graaf van Gelre en de heer van Amstel in het Domkapittel van Utrecht
Antonie Frederik Zürcher (Nieuwer-Amstel 1825 - Maastricht 1876) Doek, olieverf; 60×43,5; inv. A 5043
Toen na 't sneuvelen van Otto II het Domkapittel te Utrecht bijeenkwam om een nieuwe bisschop te kiezen, lieten de graaf van Gelre en de heer van Amstel zich in de vergadering brengen om de keuze van Willebrand, bisschop van Paderborn, te ondersteunen.
Deze werd gekozen. Gelre en Amstel waren beiden bij Ane door de Drentenaren gevangen genomen en op hun erewoord vrijgelaten.
Hun wonden waren nog niet genezen. Bisschop Willebrand ontsloeg Amstel en Gelre van hun gegeven woord en zette de oorlog met wisselend resultaat voort, tot hij uiteindelijk Rudolf van Coevorden door list in handen kreeg en ter dood liet brengen. Drente kwam hierdoor overigens niet weer geheel in zijn macht.
| |
17. Anno 1235
Graaf Floris IV van Holland wordt op een toernooi te Corbie vermoord
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; 40×55; inv. A 4881
Floris IV, dertiende graaf van Holland, was een der volmaaktste ridders van zijn tijd. Hij had op een steekspel dat door de graaf van Clermont te Corbie in Picardië was georganiseerd, alle prijzen behaald. Door de gravin van Clermont hiervoor hogelijk geroemd, wekte Floris zozeer de jaloezie van de graaf op dat deze hem verraderlijk vermoordde. Graaf Dirk van Cleef nam terstond wraak en bracht de moordenaar om het leven.
De moord te Corbie vond in 1234 plaats.
| |
18. Anno 1248
Graaf Willem II van Holland wordt tot rooms-koning gekroond
Jacobus van Dijck (Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896) Doek, olieverf; 70×50; inv. A 4882
De Duitse keizer Frederik II werd door paus Innocentius IV van zijn waardigheid vervallen verklaard. Toen werd eerst de landgraaf van Thüringen en na diens dood, op aandringen van de graaf van Gelre, graaf Willem II van Holland tot rooms-koning gekozen. Willem die zijn rijk met het zwaard moest veroveren, stelde het bestuur over zijn gewesten in handen van zijn broeder Floris en trok naar Duitsland. Na verschillende plaatsen van minder belang veroverde hij ten slotte de rijksstad Aken. Willem II werd daar op 1 november 1248 tot rooms-koning gekroond.
| |
| |
| |
19. Anno 1252
Gijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden worden in krijgsgevangenschap naar Utrecht gevoerd
Johannes Hinderikus Egenberger (Arnhem 1822 - Utrecht 1897) Doek, olieverf; 40×54; inv. A 4885
Gozewijn van Amstel die in 1250 tot bisschop van Utrecht werd verheven, was zó ongeschikt voor deze moeilijke taak dat hij die reeds in het volgende jaar neerlegde. De in zijn plaats gekozen Hendrik van Vianden werd met oorlog bedreigd door Gozewijns neef, de heer van Amstel. Deze had met Herman van Woerden en de graaf van Gelre een bondgenootschap gesloten. De bisschop versloeg hen en voerde Amstel en Woerden gevankelijk mee.
Koning Willem die was toegesneld om te bemiddelen, ontmoette Hendrik van Vianden toen hij zegevierend Utrecht binnentrok. Willem bracht een verzoening tot stand, maar de heer van Amstel moest zijn overwinnaar om vergiffenis vragen en trouw zweren.
Gozewijn van Randerath - dank zij Vondels ‘Gijsbrecht’ algemeen bekend als bisschop Gozewijn van Amstel - werd niet in 1250 tot bisschop gewijd, maar in 1249 tot elect - nog te wijden bisschop - gekozen.
| |
20. Anno 1256
Willem II van Holland komt om in het ijs bij Hoogwoud
Jacobus van Koningsveld (Deventer 1824 - Den Haag 1866) Doek, olieverf; gesigneerd; 40×56; inv. A 2168
Koning Willem besloot de [West-]Friezen die de noordelijke grenzen van het graafschap onveilig maakten, te tuchtigen. De [West-]Friezen hadden zich bij Hoogwoud op een bevroren meer opgesteld, waarop de zwaar gewapende Hollandse troepen slechts voorzichtig konden voorttrekken.
Willem gaf zijn paard ongeduldig de sporen. Hij snelde zijn manschappen vooruit, de vijand tegemoet. Op een zwakke plek zakte de koning door het ijs. Hij werd door de [West-]Friezen, die hem niet herkenden, gedood.
| |
| |
| |
21. Anno 1282
Graaf Floris V bij de plaats waar het lijk van zijn vader ligt
Jozef Israëls (Groningen 1824 - Den Haag 1911) Doek, olieverf; 40×56; inv. A 2169
Om aan de voortdurende oorlogen met de [West-]Friezen ééns voor al een eind te maken, besloot graaf Floris V, zoon van koning Willem, hen in het hart van hun land aan te vallen. Floris stevende met een vloot naar Wijdenes. Hij bracht de [West-]Friezen een geduchte nederlaag toe en vervolgde hen tot Hoogwoud. Iedereen die niet vluchten kon werd neergehouwen.
Een grijsaard die op 't punt stond dit lot te ondergaan, beloofde in ruil voor lijfsgenade de plaats aan te wijzen, waar het lijk van koning Willem verborgen was. Dit werd volgens zijn aanwijzingen gevonden en te Middelburg plechtig bijgezet.
| |
22. Anno 1287
Een overstroming in Friesland
Barend Wijnveld Jr. (Amsterdam 1820 - Haarlem 1902) Doek, olieverf; 70×50; inv. A 5003
Reeds vroeg begon men in de Nederlanden dijken en waterkeringen aan te leggen, maar niet altijd waren deze tegen de woedende elementen bestand.
Bijzonder gewag wordt gemaakt van een storm die in de winter van 1287 het water over de dijken heenjoeg, alles op zijn weg vernielde, velden en akkers in meren herschiep en aan meer dan vijftigduizend mensen het leven kostte.
| |
23. Anno 1296
De laatste Sint-Geertensminne van Floris V
Johannes Hinderikus Egenberger (Arnhem 1822 - Utrecht 1897) Doek, olieverf; 40×55; inv. A 5004
Floris V, vijftiende graaf van Holland, kon de edelen niet voor zich winnen, al stond hij als een edelmoedige en dappere vorst bekend. De graaf wekte in het bijzonder de adellijke haat op door de bescherming die hij aan de steden en de burgers verleende. Vooral de heren van Velzen, Woerden en Amstel waren op hem gebeten.
Zij zwoeren Floris' ondergang. Toen de graaf zich te Utrecht bevond stelden zij hem een valkenjacht voor. Dit was om Floris in de val te lokken. Terwijl de andere samenzweerders reeds vooruit gereden waren, bood graaf Floris de met hem achtergebleven heer van Amstel aan om de Sint-Geertensminne, een dronk op behouden thuiskomst, te drinken. De verrader nam dit aan, hoewel hij daarmee het vertrouwen van de graaf schond.
| |
| |
| |
24. Anno 1296
De moord op Floris V
Johannes Hinderikus Egenberger (Arnhem 1822 - Utrecht 1897) Doek, olieverf; 40×55; inv. A 4886
Floris liep in de val. Hij werd tijdens de jacht gevangen genomen en naar het Muiderslot gebracht. De samenzweerders wilden hem [via de Zuiderzee] naar Engeland brengen. Omdat zij zagen dat dit onmogelijk was door het naderen der Kennemers en Waterlanders die de graaf wilden ontzetten, kozen zij een andere vluchtweg.
De ontvoerders trokken de graaf onopvallende grijze kleren aan, bonden hem op een paard en reden met hem weg. Toen hij de Naardinglanders zag komen en hij ontsnapping niet meer mogelijk achtte, trok Velzen zijn zwaard om de graaf het hoofd te kloven.
Het paard sprong opzij zodat diens slag de handen trof en afhieuw. Graaf Floris viel in een sloot en werd zó met wonden en houwen overladen dat de Naardinglanders hem zieltogende vonden. Zijn lijk werd te Alkmaar en later te Rijnsburg bijgezet.
| |
25. Anno 1298
De IJsselsteinse krijgsgevangenen loten om hun leven
Jozef Israëls (Groningen 1824 - Den Haag 1911) Doek, olieverf; 40×55; inv. A 4945
Na de dood van graaf Floris ontstond er algemene verwarring. (...) De [West-]Friezen kwamen in opstand, de Vlamingen belegerden Middelburg en de bisschop van Utrecht dreigde het hart des lands binnen te vallen. (...) Wel werden de [West-]Friezen verslagen en werd Middelburg door Wolfert van Borsselen ontzet, maar van de kant van de bisschop was het gevaar nog niet geweken. Om zich tegen deze veilig te stellen, viel Borsselen met Hollands krijgsvolk het kasteel van IJsselstein aan.
Gijsbrecht van IJsselstein, leenman en maarschalk van de bisschop, weigerde het slot te ontruimen en er volgde een beleg. Gijsbrecht werd gevangen, maar zijn vrouw Baerte bleef het slot met mannenmoed verdedigen. Uiteindelijk tot overgave gedwongen, bedong zij dat het leven van de helft der verdedigers gespaard zou worden.
Men liet hen in 't bijzijn van de baljuw van Dordrecht en Baerte Hollandse en Leuvense penningen trekken, die in bolletjes verborgen waren. Wie een Hollandse penning trok werd gevangen gezet.
Wie een Leuvense penning trok werd onthoofd. IJsselstein werd met het slot Benschop en het land van Woerden aan de echtgenote van Borsselen geschonken.
| |
| |
| |
26. Anno 1299
De moord op Wolfert van Borsselen
Johannes Hinderikus Egenberger (Arnhem 1822 - Utrecht 1897)
Doek, olieverf; 40×55; inv. A 5121
Baljuw Alout van Zuid-Holland en de schepenen van Dordrecht hadden een geschil over een strafzaak. Wolfert van Borsselen die de rechterhand van de Hollandse graaf was en om zijn macht en invloed werd gehaat, ontbood beide partijen naar Delft om voor de graaf verantwoording af te leggen. Alout wenste dat de zaak beslist zou worden door een tweegevecht. De schepenen wilden niet van een dergelijk godsoordeel weten en keerden naar huis terug. Daar verkondigden zij dat men de rechten der stad wilde beknotten. Toen hierop de poorters in opstand kwamen, sloeg Borsselen het beleg voor Dordrecht. Omdat ook de andere steden voor hun eigen vrijheden beducht waren en zich over deze maatregel ontevreden toonden, versterkte Borsselen zijn leger in Zeeland. Hij vreesde dat graaf Jan in zijn afwezigheid aan de voorstellen der steden gehoor zou geven en wilde zich daarom door de graaf laten vergezellen.
Hierdoor steeg de woede ten top. Het gerucht verspreidde zich dat Borsselen de graaf wilde ontvoeren. Het volk achtervolgde hem en achterhaalde hem in Vlaardingen. De graaf werd in zegepraal teruggebracht en Borsselen werd in Delft gevangen gezet. Uit zijn kerker gehaald, werd hij door het woedende gemeen jammerlijk vermoord.
| |
27. Anno 1299
Graaf Jan I van Holland draagt het bewind aan Jan van Avesnes op
Johannes Hinderikus Egenberger (Arnhem 1822 - Utrecht 1897)
Doek, olieverf; 69×50; inv. A 4887
Jan I van Holland was een zwakke en ziekelijke vorst. Hij was geestelijk onzelfstandig en wist na de dood van Borsselen niet aan wie hij zijn vertrouwen moest schenken. Hij verkoos toen Jan van Avesnes, de graaf van Henegouwen. Omdat deze beloofde de rust te herstellen als hem de nodige macht werd verleend, droeg Jan I aan Avesnes openlijk het gehele bestuur over zijn landen over.
De edelen en steden stemden toe. De rust kwam terug en aan de moordenaars van graaf Floris werd een eeuwige oorlog gezworen. Jan I overleed vóór het eind van het jaar. Hij was de zestiende en laatste graaf uit het roemrijke Hollandse huis. |
|