Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 345] [p. 345] Bloemen Bloeiende bloemen - deze volle pracht der rozen en van violen de beminde, teedere dracht, jasmijn en anjers in hare handen saamgebracht, zorgzaam geschikt en zorgzaam door dit hart verkozen. Opdat zij tusschen hare ving'ren zullen rusten en geurend mogen zijn rond haar vertrouwd gelaat, dat zich genegen buigt over den stillen staat van bloeiende bloemen, die hare lippen kusten. Woorden en droomen, die geen woorden worden konden, schaduw en licht en de geheimen menigvoud, alles wat spraken en verzwegen onze monden, de nachten warm deed zijn en soms de dagen koud - laat het nu rusten in hare handen uitverkozen als deze bloemen: anjers, jasmijn, violen, rozen... (K.I.N. 1933) Vorige Volgende