Sonnetten voor Cynara(1942)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] V Minnaars van dezen nacht, gedenk in dezen nacht wie slaaploos ligt alleen en ziet de sterren dooven, waarmee de winterhemel sneeuwwit lag bestoven - gedenk wie uur na uur de liefste heeft verwacht. Een late sluimer heeft de droom teruggebracht van een seizoen met haar, de bloesemende hoven, zon, wind en plassen, de helle lucht daarboven en haar aanwezigheid des daags en iedren nacht. Minnaars van dezen nacht, neemt dit aan van een man, die als geen sterveling verdient te zijn verlaten, weest voor de liefste lief, want zij die haar vergaten boeten in eenzaamheid hun schuld - en dan? en dan? Gelooft het woord, hier niet gezegd ten eigen bate, van een die het tot schâ en schande weten kan. Vorige Volgende