Stichtelycke rymen(1624)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Lust om Ontbonden te zijn. Zang: Laetae Lacrymae. Of: Cosees des pleurs. aldus: HOe lang, ach Heer! Hoe lang noch mist mijn ziel den zoeten standt Van 't waer' verheugen? Helaes! wanneer Wanneer zal ick eens 't eeuwigh Vaderlandt Betreden meugen? Ierusalem, des Hooghsten Konings Stadt, Der Deuchdt-betrachters hoop' en herten-schat, Die u maer kent is licht des levens zat. Te lang, Te lang, Valt bang. 2 Ach! kon het zijn Dat ick, niet meer door d' aerdtschen lichaems bandt Om laegh gehouwen, Dat klaer geschijn [pagina 170] [p. 170] Van Godes licht (nu ver, en in 't verstandt) Dicht mocht aenschouwen. Als ick maer denck om 't Hemelsche geklanck, En aller Engl'en Goddelijcken zanck Zoo toeft my schier de doodt al veel te lanck, En 'k acht, En 'k acht, Haer sacht. 3 Wat hebt ghy doch, Wat hebt ghy, werelt, waerom datm' in dy Zou' willen blijven? Niet dan bedroch, Niet dan ellendt, gemengt met zotterny, Is u bedrijven; Uw alderbest voedt zijn verborgen quaedt Uw alderschoonst heeft zijn bedeckt verraedt, Geluckigh die zich uw's in tijdts ontslaet, En mijdt, En strijdt, En lijdt. Vorige Volgende