Stichtelijcke rijmen(1660)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Doodt van D.R. Kamphuizen. NU smoort een zerk de Stem, en sluit de zaalge Mondt Die zich op aard' liet hooren Tot hail van Godts Verkooren, Die hy verstrekte een' Tolk van 't Oude en Nieuw' Verbondt. Die, staadig zwanger van een Goddelijke vreugd, Ons, door zijn zeedetoonen, Kon naer den heemel troonen, En toonde ons hier om laag de heirbaan van de deugd. Die 't spoor alleen niet wees, maar zelf trad rustig voor, Met onvermoeide stappen, In bange ballingschappen, Langs 't smalle en enge padt, den strengen kruisweg door. Maer nu, ontslaagen van het sterfelijke deel, En reets by Godt gesteegen, Door starrelichte weegen, Blijft noch de ziel tot zangk geneight, om stem en keel. [pagina 540] [p. 540] Te paaren met de toon der Zaaligen om hoog, Daer Godt, door Engletongen, Wordt eeuwig lof gezongen, Dat heel de heemel juicht, en galmt van boog in boog. A. v. Groeningen. Vorige Volgende