haagt eenige uwer goede vrienden te onthaalen.
Hoe goed zyt gy, Papa! waar meê zal ik zoo veel gunst verdienen?
Met zoo voort te gaan in deugt en voorzichtigheid als gy tot hier toe gedaan hebt. - Kleed u aan, en kom met uw Vriend William beneden om te ontbyten: uwe Mama wacht ons.
Nooit hebbe ik Karel zich zoo schielyk zien kleeden; hy was ook wel een kwartier voor my beneden; 't was my niet moog]yk zoo ras klaar te weezen.
Wat is het ondertusschen fraai, zoo wel de liefde van een Vader waardig te weezen: hoe vergenoegt was de Heer Grandisson over zynen deugtsaamen Zoon: de traanen waaren in zyne oogen van tederheid en blydschap; maar hoe hard moet het dan ook vallen voor Ouders, weerspannige Kinders te hebben. Och! ik wil Kareltje altoos navolgen: zyn voorbeeld heeft my-