De carneval van Roomen of de vastenavonds vermaaklykheden
(1718)–Jacomo Callot– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
[pagina 36]
| |
dryf? wat is uw, wat is uw bedryf?
O magere kinkel wat buigt gy uw lyf,
O magere kinkel wat buigt gy uw lyf;
Uw bellen rinkinken en raazen om 't been,
Zy klinken en tinken op 't ligten der teen.
| |
[pagina 37]
| |
2.
Het pluimveerde snoetje,
Met snavel en bek,
Ligt lugtig zyn voetje,
En treed op 't bestek;
Hun lugtige beentjes
Bekranst en voorzien;
Hun schinkels en scheentjes
Zo mager als bien.
3.
O klugtige snaaken,
Met sluijers bekleed,
Uw handjes, als haaken
Geboogen, gereed
Om uwe gewrichtjes
Te slaan na den tred.
O zagen 't de Wichtjes,
Zy vlugten naar 't bed.
|
|