Margaretha's nakomelingschap 900 personen. Twee honderd van dezen staan gehoekt als misdadigers, en van de overigen waren de meesten idioten, dronkaards, waanzinnigen, ziekelijken, ontuchtigen en armlastigen.
Welk een stroom van ellende is van dit ééne verwaarloosde meisje over de maatschappij uitgegaan, die te stoppen ware geweest wanneer een edelmoedig mensch zich in haar vroege jeugd over haar ontfermd had! Tot welke ontzettend groote uitgaven hebben al die misdadigers de burgerij genoopt, en, wat meer is, welk een onberekenbare schade hebben zij aan de zedelijkheid toegebracht overal waar de onreine beeken van dien stroom heenvloeiden. Hoeveel lijden, nood en kommer, wat al zuchten, wroeging en tranen zijn het deel van die ongelukkigen geweest, voor de dood een einde maakte aan hun armzalig bestaan.
Houdt het in gedachte, menschenvrienden, als gij een haveloos kind voor u ziet. Laat het niet gaan - laat het niet aan zijn ellende ten prooi. Denkt aan Margaretha met haar gevolg van 900 rampzaligen, en keert u niet af van de drenkelingen, die in hunne jeugd reeds schipbreuk leden op de wereldzee. Want groot is de waarde van een enkel menschenleven - het is een schakel in een eindelooze keten; - heft de schakel op, en gij rukt de gansche keten uit het slijk.