- Neen, kind! antwoordde hij, maar ik heb iets met u te verhandelen.
Op zijne kamer verzocht hij haar naast hem plaats te nemen, en nu overhandigde hij haar een brief.
- Ik ontving dien dezen morgen - zeide hij met zekere strakheid - en ik zou wel van u willen weten hoe ik dien beantwoorden moet.
Nanny sloeg een snellen blik op de naamteekening en las daar:
W. Jordins.
Zij liet den brief met schrift zinken zonder verder te lezen - als verrees met dien naam heel de treurige geschiedenis waarvan hij haar eens berigt was komen geven. Mijn vader stond intusschen naar de schepen te zien en onrustig op de glazen te trommelen. Eindelijk vatte zij den brief weer op en las willems eerbiedig aanzoek om hare hand.
- Neen vader, zeide zij terstond met kalme beradenheid - neen - dat kan niet zijn.
- Zoo haastig niet, mijn kind. - Ik ben een afgeleefd man - wat kan ik grijsaard die reeds met eenen voet in het graf sta ter bescherming voor u zijn op uw verderen weg? Dr. jordins is een achtenswaardig mensch - mij dunkt ik zou u gerust in zijne hoede durven achterlaten.
- Verlangt gij het bepaald ter uwer geruststelling? vroeg zij hem onderzoekend aanziende met dezelfde rustige vertrouwelijkheid, waar mede zij alles met hem besprak.
- Neen dat niet! viel de oude man haastig in - niet omdat ik het u zou willen opdringen ter mijner eigene geruststelling - ik wilde u alleen de verzeke-