- Vader neem ten minste die eene pijn van mijn hart weg - laat hem tot ons wederkeeren.
Een bange tweestrijd worstelde in de borst des vaders, maar hoe zwaar het hem ook scheen te vallen haar iets te weigeren, waarom zij zoo vurig bad - hij hief haar op, gaf haar aan hare moeder en zeide, het vertrek verlatende:
- Neen, neen - dat ware hem en mij niet goed.
Toen wendde nanny zich tot willem en reikte hem de hand, terwijl zij met bevende lippen zeide:
- Jordins - gij ziet het - het is ten volle besloten - ik vermag voor rob zoo weinig; maar gij - wees gij hem getrouw - ik bid het u verlaat hem niet.
Met diepe ontroering drukte de jongeling hare sidderende hand en zeide:
- Wees daar gerust op - ik zal voor hem blijven wat ik was.
- Nog iets jordins - hervatte zij levendig - kunt gij mij de verzekering geven, dat deze zaak bij u zal sterven en nooit over uwe lippen komen?
- Ik beloof het u - sprak willem, daarop reikte ook mijne moeder hem de hand en hij wilde vertrekken.
- Blijf nog jordins, bad nanny - en nu deed zij hem nog vele vragen, die op het gedrag van bram betrekking hadden - en als zij die naar de treurige waarheid gehoord had, zeide zij:
- Ik heb het sedert lang voorgevoeld, dat het tusschen ons tot een breken moest komen - daar zijn hart mij niet meer toebehoorde. - Ik heb mij op dien slag met gebed en strijd voorbereid - ik zal dit met gebed