- gij zult de professoren toch niet vergeefs laten zitten?
- Ik kan niet! ik kan niet! - riep ik, de handen wringende.
- Maar rob! kom dan toch tot uw zinnen! -sprak willem gestreng.
- Nog een jaar wil ik wachten - antwoordde ik - nog één jaar jordins - dan ben ik zeker van mijne zaak.
- Zijt ge nu geheel en al dol! hoor de klok slaat - het is uw tijd - en willem zette mij den hoed op het hoofd - en trok mij met zich voort; maar ik rukte mij los en viel op een stoel neder, terwijl ik uitriep:
- Ik ga niet willem - ik ben niet in staat - ik weet niets - ik krijg nog een beroerte.
Hij schonk mij een glas water in en troonde mij met zich de straat op, maar ik kon de beenen naauwelijks voortkrijgen. Wij kwamen nog eenige kennissen tegen.
- Kom, fluisterde hij - houd u manlijk - laten onze kameraden niets van dit zwakke oogenblik merken. - Gij hebt waarlijk niet het minste te vreezen; ik weet dat men met u is ingenomen - en u niet zal bezwaren.
- Ik weet niets! - bleef ik roepen - niets hoegenaamd, willem - laat mij een jaar wachten - ik ben ziek - Maar jordins, die mij onder den arm had genomen, hield mij stevig vast en wij stonden reeds voor het gebouw waar mijn lot beslist zou worden.
- Nu moed gevat rob, fluisterde hij mij nog in - en ik - op het zelfde oogenblik dat mijn arm uit den zijnen gleed, scheen de wanhoop mij geheel en al te overmeesteren. Als een hollend paard zette ik het op