Ik voldeed aan zijn verlangen. Hij roerde ontzettend lang maar zwijgend in zijn kopje.
- Rob - zei hij eindelijk, mij op den rug slaande - uw gelaat heeft mij zeer gedaan dezen morgen en uw zwijgen heeft mij gemarteld - zeg mij, wat scheelt er aan? Gij hebt iets op het hart - Hebt gij tijding van huis?
- Ik had een brief voor u.
- Geef op - schelm - afzetter - riep hij pijnlijk schertsend - is mij dat te kort doen! - en hij begon dapper op mijn schrijftafel te schommelen - een brief van mijne nanny....
Ik bleef intusschen onbeweeglijk zitten en in het vuur staren.
- Geef op! zeg ik u - barstte hij ongeduldig los - ik sterf van ongeduld - wreedaard!...
Ik zag hem sterk aan, en mijn blik moet wel al de smart mijner ziel verraden hebben - want de scherts bestierf op zijne bleeke lippen en hij zeide ernstiger:
- Rob, ik smeek u - wat is er? - Is zij ziek?....
- Zij zou stellig ziek zijn, als zij u zoo van tijd tot tijd eens zien kon - als zij eens wist hoe gij uwe beste voornemens logenstraft....
Bram verbleekte, beet zich op de lippen, poogde te lagchen - en zeide toen op honenden toon:
- Ah vriend! is het dit! - Hebt gij mij anders niet te verwittigen - Ah zoo! gij zijt nooit eens boven uw maat geraakt op een vrolijk feest? Gij zijt een heilige...
- Daar tracht ik niet voor door te gaan - zeide ik smartelijk aangedaan, omdat ik te vaak zijn genoot was geweest; maar de vrees voor het gewisse ongeluk dat mijne arme zuster zou dreigen, indien bram zich