Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 817] Het huis der vergankelijkheid Elke wind blaast z'n eigen verhaal. Elk hart zingt van 't eigen verdriet. De zon aan de hemel ontgaat het niet dat de golven der zeeën in stromen opgaan. De wereld echter begrijpt dat niet. Zij denkt aan het eeuwige kleine bestaan. Aldus schept zij haar pijnlijke klank door eenieder die zingende is op zijn vlucht, niet minder aldus, dan een leven lang, maar niet meer dan adem van korte duur. De zon aan de hemel ontgaat dat niet. De mens in de weer bouwt een stad vol gerucht. Mijn oog vat het licht met de glans van de dag. En ik voel dat de dagen de blik doen vergaan. Hoe zal ik de storm der winden doorstaan sinds ik weet dat het hart is gebouwd op een zucht? De zon aan de hemel vergeet dat niet. En de mens in de weer ploegt zijn levensgebied. Mijn gehucht is het huis der vergankelijkheid met de vlam van de hoop op geluk in mijn ziel. O aarde, mijn aarde, mijn schreeuw reikt zo diep! De zon aan de hemel is verheugd om dit lied. Maar de wereld verklaart mij tot rampengebied. Uit: BIMBA LODA/VROUW LOTJE, roman, 1980 Vorige Volgende