gezang
Een vlucht vol zwarte duiven
klieft de lucht: hier spreekt
het beeld der vaderen, oh mij!
in het voorbijgaande, in vogel-
vlucht! O ziel, O Afremuja!
Uit: DAT VUUR DER GROTE DRAMA'S, 1982
Kommentaar (bij de Sranan-tekst): Hierboven vinden we een mooie variant in de toepassing van het AB-principe. Er wordt geopend met een regel. In plaats van deze zoals het hoort te herhalen volgt er een tweede openingsregel die dan wèl herhaald wordt.
Dus niet de openingszin zelf, maar de openingsaktiviteit wordt herhaald!
Soms vindt de variatie plaats door aan het eind van zo'n liedtekst af te wijken van de basisregel. Dat variëren hoeft lang niet altijd afleesbaar te zijn aan de tekst!
In beginsel kan een segment uit een lied dezelfde funktie vervullen als een openingslied in een verhaal. Of een lied dat onderbreekt, doorsnijdt, afsluit etc.
Kortom: twee kernen waar je vóór, tussen of achter ‘iets’ kunt plaatsen: een versregel, een raadsel, een gezegde, een lied, een ingebed verhaal, een klank, een zangnoot, een drumslag, een danspas... etc. etc.