Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 342] • A moro moi powema A moro moi powema na wan ke, wan ke di bar' te f' kisi. A moro a moi, moro a sa flogo en watra, broko en loktu prit' en gron opo wapa!! Kongo so! Kongo so! Ritmo sa seti! Langaten! Langa go! Taki ben sweri! Moi na wan mofo d'e set' wan boketi pe j' ati mu e broko wan sweti tron lai. [p. 343] Het weerwoord van de powesie 6 De powesie uit een gedicht De powesie uit een gedicht (het schoonste uit de powesie) klinkt naar de kreet van het bestaan, een kreet schier eindeloos. Hoe schoner, des te tomelozer water, aanscheurend uitspansel, bodem in je, waaruit de elementen woordkracht stromen. 't Scheppen van tonen verwekkende ritmen. 't Scheppen van klanken vertolkende taal. 't Vibreren van tijden die komen en gaan in gevoel of gedachten die nooit meer vergaan. Schoonheid verblindt tot het boeket dat met het hart ervaren wordt als het gevecht des aanschijns. [p. 344] Dán fos', a moi, mor' a powema, e lekti ju na ai tron san di j' denki ju ben de fu spenki; san di j' denk' i de! Fu: JOWE, 1978 [p. 345] Dán schittert schoonheid - boven schoon gedicht - voor 't oog in waarheidsglans van licht dat zien laat hoe toch wij verwelkt zijn tot wezen van het mensgezicht uit pure eigen schijn. Uit: OERKRACHT, 1978 Vorige Volgende