Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 334] Canta libre O powesie! Gij hoogverheven schoonheid, blank en goddelijk van toon, zo superieur van Europese verstechniek! Indien ik prachtig Lage Landse taal jongleer... is mijn gehoor verrukt! Me volk hangt te lachen... ‘kwè! kwè! kwèkwè-kwadraat!’ Spreekzaam van strijd, verdeeldheid en... vervreemde geest, kultúúr, ween ik uit mij, uit al wat zwart bleef onbegrepen. En zie: 't gehoor in 't net klapt zich kapot. Klapt zich de vingerlichte lach. ‘Dat vuur der ware powesie verteert die arme kunstenaar tot hart in urn en as.’ Maar wanneer... hohoi!!! wanneer me zwarte djodjo, negerziel, de klank ontmantelt van mijn levenslied... [p. 335] ‘Singi... o singi... o singi o sé!’ ‘Zing... en o zing... en o zing...’ ‘Singi o singi o singi o se!’ ‘Zingen o zingen o zee van de dingen!’ Se sa swar sjoro, kba skwala sa doro!' En zie ‘de mens’ verblekelijk verschrikken! Want diepdiep zwarte powesie baart angst die zwarter ziet dan zwarte man zijn zieleduister, aay! Dat het geen negerachtige afgoderij zijn moge! Nono baya, nono! Voodu en magie! Afkodré! Voodu! Magie-Magie! Whu! Whuuu!!! Wel, verander me huid en ik wijzig me woord! Anders niet! Nono! Aay! deze aanklacht gilt uit het gespleten zwarte huis! ‘Ay mi dadalutu nanga na trutru bonjotonton-sapa d'e lon nain a komki f' mi brudu leki liba ho...!’ Canta libre! Canta libre! Zingen... o zingen... o zing ik mij vrij! Singi o... singi o... singi... mi fri! Uit: GEZANGEN, 1982 Vorige Volgende